Naar boven ↑

Rechtspraak

Slanina/Finanzsenat Wien
Hof van Justitie van de Europese Unie, 26 november 2009
ECLI:EU:C:2009:732

Slanina/Finanzsenat Wien

Sociale zekerheid van migrerende burger. Gescheiden staatburger heeft recht op kinderbijslag na vestiging in andere lidstaat met kind

Slanina is in 1997 van Oostenrijk naar Griekenland verhuisd. Van 1 januari 1998 tot 31 oktober 2003 ontving Slanina in Oostenrijk voor haar dochter Nina in totaal € 10 884,95 kinderbijslag en belastingkrediet, namelijk € 7 824,79 kinderbijslag en € 3 060,16 belastingkrediet. Bij besluit van 22 oktober 2003 vorderde het Finanzamt Mödling (Oostenrijk) die bedragen van haar terug op grond van het feit dat zij sinds 1997 met haar dochter permanent in Griekenland verbleef. Volgens het Finanzamt was immers niet voldaan aan een van de voorwaarden voor toekenning van kinderbijslag krachtens § 2, lid 8, FLAG, namelijk die inzake het centrum van de belangen en de permanente verblijfplaats van het kind in Oostenrijk. Slanina stelt dat zij weliswaar volgens de Oostenrijkse wettelijke regeling geen recht had op kinderbijslag, maar verordening nr. 1408/71 moest worden toegepast. Aangezien Nina’s vader, haar ex-echtgenoot, in Oostenrijk woont en werkt, heeft Slanina krachtens artikel 73 van deze verordening recht op kinderbijslag, hoewel zij in Griekenland woont.

Het Hof van Justitie EG oordeelt als volgt. Met zijn eerste en zijn tweede vraag, die samen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 73 van verordening nr. 1408/71 aldus moet worden uitgelegd dat een gescheiden persoon die kinderbijslag ontving van het bevoegde orgaan van de lidstaat waarin zij woonde en waar haar ex-echtgenoot blijft wonen en werken, het recht op die bijslag behoudt, hoewel zij die staat verlaat om met haar kind te gaan wonen in een andere lidstaat, waar zij niet werkt, en hoewel de ex-echtgenoot, die de vader van het kind is, die bijslag zou kunnen ontvangen in het land waar hij woont. Indien de verwijzende rechter op grond van zijn vaststellingen tot de conclusie komt dat de situatie in het hoofdgeding binnen de personele werkingssfeer van verordening nr. 1408/71 valt, rijst de vraag of een persoon die in de situatie van Slanina verkeert, zich kan beroepen op artikel 73 van deze verordening. De nationale rechter vraagt verder of de omstandigheid dat de gescheiden echtgenoot in Oostenrijk is gebleven, waar hij werkt en volgens de nationale regelgeving recht zou hebben op de betrokken bijslag, invloed kan hebben op het recht van een persoon in de situatie van Slanina om deze bijslag te blijven ontvangen. Dienaangaande moet worden opgemerkt dat de omstandigheid dat Slanina en haar ex-echtgenoot gescheiden zijn, irrelevant is. Het Hof heeft immers reeds overwogen dat verordening nr. 1408/71 weliswaar niet uitdrukkelijk ziet op gezinssituaties na een echtscheiding, maar dat niets rechtvaardigt dat deze situaties van de werkingssfeer van die verordening worden uitgesloten. Gewoonlijk is een gevolg van een echtscheiding dat het ouderlijk gezag over het kind wordt toegewezen aan één van de ouders, bij wie het kind zal wonen. Om verschillende redenen, in casu wegens echtscheiding, is het evenwel mogelijk dat de ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, zijn lidstaat van herkomst verlaat en zich in een andere lidstaat vestigt om, zoals in de zaak waarin het arrest Humer is gewezen, aldaar te werken, of, zoals in het hoofdgeding, om er slechts arbeid in loondienst te gaan verrichten enkele jaren nadat hij zich daar heeft gevestigd. Ook de verblijfplaats van het minderjarige kind zal in een dergelijk geval naar die andere lidstaat worden verplaatst (zie arrest Humer, punten 42 en 43). Derhalve moet op de eerste en de tweede vraag worden geantwoord dat artikel 73 van verordening nr. 1408/71 aldus moet worden uitgelegd dat een gescheiden persoon die kinderbijslag ontving van het bevoegde orgaan van de lidstaat waarin zij woonde en waar haar ex-echtgenoot blijft wonen en werken, het recht op die bijslag behoudt voor haar kind, op voorwaarde dat dit kind als 'gezinslid' van deze ex-echtgenoot in de zin van artikel 1, sub f, i, van deze verordening wordt erkend, hoewel zij die staat verlaat om met haar kind te gaan wonen in een andere lidstaat, waar zij niet werkt, en hoewel de ex-echtgenoot deze bijslag zou kunnen ontvangen in de lidstaat waar hij woont.

Zodra en indien Slanina in Griekenland recht op kinderbijslag verwerft, dient dit in mindering te worden gebracht op de bijslag van Oostenrijk krachtens de anti-cumulatiebepaling van artikel 76 verordening nr. 1408.71.

  • Wetsartikelen: 73 Verordening 1408/71 en 76 Verordening 1408/71
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: sociale zekerheid, migrerende werknemer, kinderbijslag, vestiging ander lidstaat en verordening 1408/71