Rechtspraak
Hof van Justitie van de Europese Unie, 17 december 2009
ECLI:EU:C:2009:801
Angelo Rubino/Ministero dell’Università e della Ricerca
Rubino (Italiaans staatsburger) heeft in 2005 titels verworven aan de Hamburgse (Duitsland) universiteit welke getuigen van zijn bekwaamheid om als gewoon hoogleraar in het Duitse hogere onderwijsstelsel te doceren. Rubino heeft sinds 14 september 2007 bij meerdere gelegenheden om erkenning van zijn in Duitsland verworven kwalificaties in Italië verzocht, zodat hij kan worden ingeschreven op de lijst van houders van de nationale wetenschappelijke bekwaamheid; NWB (gewoon hoogleraren en universitaire hoofddocenten). Het ministerie heeft de verzoeken afgewezen en betwist dat de in Duitsland verleende 'Lehrbefugnis' gelijkwaardig is aan de NWB in het Italiaanse universitaire systeem. Het stelt zich op het standpunt dat wetsdecreet nr. 206/2007 niet van toepassing is nu het beroep van hoogleraar of universitair hoofddocent in Italië geen gereglementeerd beroep is, aangezien het personeel betreft dat wordt aangeworven op basis van een selectieprocedure waaraan kan worden deelgenomen zonder dat een bepaald diploma vereist is. Volgens Rubino is deze afwijzing in strijd met richtlijn 2005/36 (wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties) alsmede in strijd met vrij verkeer van werknemers.
Het Hof van Justitie EG oordeelt als volgt. Het feit dat de toegang tot een beroep is voorbehouden aan kandidaten die zijn gekozen volgens een procedure die erop is gericht een vooraf bepaald aantal personen te selecteren op basis van een vergelijkend onderzoek van de kandidaten, en niet op basis van absolute criteria, en die leidt tot het verkrijgen van een titel waarvan de geldigheid strikt beperkt is in de tijd, heeft niet tot gevolg dat dit beroep een gereglementeerd beroep is in de zin van artikel 3 lid 1 sub a van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties. Niettemin moeten ingevolge de artikelen 39 EG en 43 EG de in andere lidstaten verworven kwalificaties op hun juiste waarde worden geschat en in het kader van een dergelijke procedure naar behoren in aanmerking worden genomen.