Rechtspraak
Stichting Aveleijn SDT/werknemer
Werknemer (50 jaar) is op 1 september 2001 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Stichting Aveleijn SDT in de functie van algemeen directeur alsmede statutair directeur. Werknemer heeft uitstekend gefunctioneerd en goed prestaties geleverd. Om werknemer te binden aan de Stichting is onder meer met werknemer een renteloze lening afgesloten ten behoeve van zijn woning. Werknemer heeft toen verzwegen dat er reeds een recht van hypotheek op zijn woning was gevestigd. In 2009 is er zowel maatschappelijke als politieke commotie ontstaan omtrent nieuwe financiële afspraken tussen de Stichting en werknemer. Thans verzoekt de Stichting dan ook ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een maximale vergoeding conform de Zorgbrede Governance Code. Daaraan legt zij ten grondslag dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, omdat werknemer zijn eerder gedane toezeggingen op het terrein van de financiële afspraken – bestaande uit gedeeltelijke terugstortingen – niet wil nakomen, alsmede vanwege het feit dat werknemer een aantal cruciale feiten heeft verzwegen (herzien van terugstorting bonus en het bestaan van verschillende hypotheken).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie die aan werknemer te wijten is. Op grond van Governance Code geldt bij een ontslag op verzoek van de Stichting een maximale schadevergoeding één maal het laatst genoten totale jaarsalaris. Hoewel de kantonrechter strikt genomen hieraan niet gebonden is, zal hij de maximale schadevergoeding als billijkheidsvergoeding in deze ontbindingsprocedure tot uitgangspunt nemen. Dit is immers de in de branche gebruikelijke vergoeding. Er vindt echter nog een aanvullende vergoeding plaats vanwege het lakse optreden van de Raad van Toezicht jegens de aantijgingen van werknemer in de media. De totale vergoeding wordt bepaald op € 200.000.