Rechtspraak
werkneemster/Terra Nigra BV
Werkneemster (57 jaar) is op 21 augustus 1989 bij Terra in dienst getreden, laatstelijk in de functie van Productiemedewerkster Lab/DR voor 20 uur per week. Terra heeft met toestemming van de CWI in totaal 15 werknemers wegens bedrijfseconomische redenen moeten ontslaan, waaronder werkneemster. De arbeidsovereenkomst is per 1 juni 2009 geëindigd. Werkneemster vordert thans schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Volgens haar is het afspiegelingsbeginsel onjuist toegepast en zijn de gevolgen van het ontslag te ingrijpend. Terra stelt zich op het standpunt dat zij het afspiegelingsbeginsel niet onjuist heeft toegepast en dat zij geen financiële middelen heeft voor een ontslagvergoeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De Hoge Raad heeft op 27 november 2009, JAR 2009/305 (Van de Grijp/Stam) geoordeeld dat de beoordeling van een vordering ex artikel 7:681 lid 1 en 2 BW vergt dat eerst, aan de hand van alle omstandigheden van het geval, wordt vastgesteld of het ontslag kennelijk onredelijk is. De enkele omstandigheid dat de werkgever de werknemer geen vergoeding heeft aangeboden, maakt het ontslag nog niet kennelijk onredelijk. De maatstaf van beoordeling van het kennelijk onredelijk ontslag is ‘in de kern’ die van het goed werkgeverschap. Dat betekent naar het oordeel van de kantonrechter dat met de financiële positie van de werkgever bij de beoordeling van de kennelijke onredelijkheid van de opzegging rekening kan worden gehouden in die zin, dat die financiële positie van invloed kan zijn op hetgeen volgens de maatstaven van goed werkgeverschap van een werkgever mag worden verlangd, bijvoorbeeld ter zake van het beschikbaar stellen van een ontslagvergoeding. De financiële onmacht van Terra maakt dat, hoewel werkneemster financieel nadeel heeft ondervonden van het aan haar gegeven ontslag, het niet aanbieden van een ontslagvergoeding niet in strijd is met het door Terra te betrachten goed werkgeverschap. Voorts is niet gebleken dat Terra het afspiegelingsbeginsel onjuist heeft toegepast of onvoldoende heeft gedaan werknemer passende arbeid aan te bieden. Wel acht de kantonrechter dat Terra in strijd met de CAO-bepalingen de vakbonden te laat in kennis heeft gesteld van de reorganisatie. Hoewel deze omissie een schending van het goed werkgeverschap oplevert, is die omissie niet zo groot dat sprake is van een kennelijk onredelijke opzegging.
Volgt afwijzing vordering werkneemster.