Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 13 januari 2010
ECLI:NL:RBHAA:2010:BL0825
werknemer/Risk Security Holland BV
Werknemer is op 18 januari 2008 op basis van een nulurencontract in dienst getreden van Risk. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor Evenementenbeveiliging Oproepkrachten van toepassing. Volgens deze CAO is eerst sprake van een oproepovereenkomst indien sprake is van ongeregelde en losse arbeid, waarvoor het zogenoemde 'Registratieformulier' moet worden ingevuld per opdracht. Werknemer heeft vervolgens gedurende lange periodes op vaste tijden voor vaste opdrachtgevers van Risk werkzaamheden verricht. Op 8 mei 2009 valt werknemer uit wegens arbeidsongeschiktheid. Het UWV heeft een ziektewetuitkering geweigerd. Thans vordert werknemer loon van Risk. Daartoe stelt hij dat de facto sprake is van een gewone arbeidsovereenkomst met een gemiddelde arbeidsomvang van 31,5 uur per week.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer beroept zich op het rechtsvermoeden van artikel 7:610a BW. Het enkele feit dat de tussen partijen tot stand gekomen schriftelijke overeenkomst wordt aangeduid als oproepcontract, is niet voldoende om dit rechtsvermoeden te weerleggen. Bij de beoordeling van de vraag of, zoals werknemer stelt en Risk betwist, sprake is van een reguliere arbeidsovereenkomst, is de feitelijke invulling ervan van belang. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure het beroep van werknemer op de rechtsvermoedens van de artikelen 7:610a en b BW zal standhouden. Werknemer is immers gedurende lange periodes op vaste tijden ingeroosterd geweest, zodat geen sprake is van losse arbeid in de zin van de CAO. De loonvordering zal derhalve worden toegewezen.