Rechtspraak
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 12 januari 2010
ECLI:NL:OGHNAA:2010:BL0344
Christelijke vakbond van haven- en overig vervoerspersoneel/Curaçao Port Sevices
De Christelijke vakbond van haven- en overig vervoerspersoneel en Curaçao Port Service (CPS) verschillen van mening over de uitleg van artikel 23 lid 3 van de CAO voor het havenpersoneel. In deze bepaling is opgenomen dat CPS 10% van de premiebijdrage van 11% voor Algemene Ouderdoms Voorziening en Algemene Weduwen en Wezenwet voor zijn rekening zou nemen en werknemers slechts 1%. Bij wijziging van premiepercentages zou overleg plaatsvinden en hield de CPS het recht voor percentages op het loon in te houden. In 2007 en 2008 is de premie van 11% naar 14% gestegen. Partijen zijn verdeeld voor wiens rekening de verhoging van de premie dient te komen. Partijen hebben advies ingewonnen van advocaten. CPS heeft zich bij de uitkomst van het advies neergelegd, de vakbond niet.
Het Gemeenschappelijke Hof oordeelt als volgt. Anders dan CPS meent, is geen sprake van bindend advies. Met toepassing van de uitlegmethode zoals verwoord in HR 11 april 2003, NJ 2003, 430, komt het hof echter tot dezelfde uitleg als de twee advocaten. Het staat ingevolge artikel 23 lid 3, tweede en derde volzin, van de cao de werkgever vrij, mits overleg met de Bond heeft plaatsgevonden, om hetgeen aan premie uitgaat boven 11% van de loongrens 2006 toe te rekenen volgens de wet.