Naar boven ↑

Rechtspraak

Woonstichting De Key/werknemer
Rechtbank Amsterdam, 9 november 2009
ECLI:NL:RBAMS:2009:BL1121

Woonstichting De Key/werknemer

Ontbinding wegens verstoorde arbeidsrelatie. Dienstjaren vorige werkgever tellen deels mee, wegens opgewekte verwachtingen

Werknemer (45 jaar) is vanaf 1 januari 1984 in dienst van Het Oosten. Op 1 december 2005 is werknemer in dienst getreden van De Key. Op dat moment was sprake van een mogelijke fusie tussen De Key en Het Oosten. De fusie is uiteindelijk niet door gegaan. Werknemer is lid van de ondernemingsraad van De Key. Thans verzoekt De Key ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Volgens De Key heeft werknemer moeite met gezag omdat hij zelf leidinggevende ambities heeft die evenwel niet te verwezenlijken zijn binnen De Key. In dat kader heeft De Key detachering voorgesteld, hetgeen werknemer niet heeft aanvaard. Werknemer betwist de ontbindingsgrond. Voor zover toch tot ontbinding wordt overgegaan, acht werknemer een C=3 passend en dienen volgens hem de dienstjaren bij Het Oosten worden meegewogen in de vergoeding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het ontbindingsverzoek houdt geen verband met het opzegverbod wegens OR-lidmaatschap. Naar het oordeel is er niet langer sprake van het vertrouwen, dat noodzakelijk is voor een duurzame voortzetting van de arbeidsverhouding. Dat dit vertrouwen is weggevallen is naar het oordeel van de kantonrechter in overwegende mate aan werknemer te wijten. Daarbij acht de kantonrechter het kwalijk hoe werknemer zich heeft opgesteld in het steeds verdergaande conflict tussen hem en De Key. Aan werknemer komt derhalve slechts een beperkte vergoeding worden toe. Geoordeeld wordt dat niet aannemelijk is geworden dat De Key aan werknemer de toezegging heeft gedaan dat zijn dienstjaren bij Het Oosten zouden meetellen. Van overgang van onderneming is geen sprake nu de fusie uiteindelijk niet is doorgegaan. Wel meent de kantonrechter dat De Key bij werknemer op dit punt verwachtingen heeft gewekt. Zij heeft de datum van indiensttreding gewijzigd op de loonstroken en dit niet ongedaan gemaakt toen (in april 2007) bleek dat de fusie van de baan was; voorts heeft zij op de afdeling het 25-jarig jubileum gevierd. In het kader van een billijke vergoeding behoort daar wel iets tegenover te staan, doch bij lange na niet het meetellen van 22 extra dienstjaren, zoals werknemer wenst. Gelet op al het bovenstaande wordt de vergoeding bepaald op € 20.000 bruto.