Rechtspraak
Advocatuur X/werknemer
Werknemer is in 1997 in dienst getreden van Advocatuur X. In 2007 is werknemer uitgevallen wegens situatieve arbeidsongeschiktheid. Na een mislukte mediation heeft Advocatuur X de loonbetaling per 1 juni 2008 gestaakt. De arbeidsovereenkomst is op 15 augustus 2008 ontbonden. In eerste aanleg heeft de kantonrechter Advocatuur X veroordeeld tot loondoorbetaling vanaf 1 juni 2008 tot einde dienstverband.
Het hof oordeelt als volgt. Werknemer heeft voldoende feiten en omstandigheden gesteld en aannemelijk gemaakt die ertoe leiden dat de arbeidsomstandigheden, door een voor rekening van Advocatuur X komende oorzaak, zodanig waren dat van werknemer redelijkerwijs niet kon worden gevergd dat hij zijn werkzaamheden zou verrichten met het oog op dreigende psychische of lichamelijke klachten (HR 27 juni 2008, JAR 2008/188). Het hof doelt dan op de bejegening van werknemer door Advocatuur X, het talmen met de inzet van mediation, het nalaten van het tijdig treffen van maatregelen ter bescherming van het inkomen van werknemer voor het geval zijn arbeidsduur verminderd zou worden en de problemen rond loonbetaling. Advocatuur X heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat werknemer onvoldoende medewerking heeft verleend aan het wegnemen van de oorzaken daarvoor. Werknemer heeft, nadat de mediation was mislukt, ook zelf het initiatief genomen om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te geraken door middel van zijn verzoekschrift d.d. 20 juni 2008. Onder deze omstandigheden heeft werknemer, naar voorlopig oordeel van het hof, zijn recht op loonbetaling na 1 juni 2008 en tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst behouden.
Volgt verwerping van het beroep.