Rechtspraak
PeHa Holding BV/Visa
PeHa heeft voor een aantal werknemers, waaronder werknemer X, aan Visa verzocht een corporate card af te geven, hetgeen Visa heeft gedaan. Werknemer X heeft vervolgens met gebruikmaking van briefpapier van PeHa een fax gestuurd naar Visa met een vervalste handtekening van de handelingsbevoegde collega-werknemer, waarin werd verzocht om onmiddellijk de bestedingslimiet te verruimen. Visa heeft dit gedaan. Werknemer X heeft in augustus een bedrag van € 12.918,85 opgenomen. Visa heeft PeHa op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk gesteld en betaling gevorderd van het verschuldigde bedrag. Zowel de kantonrechter als het hof hebben de vordering toegewezen. Het hof heeft overwogen dat sprake is van een functionele band, nu met gebruikmaking van zaken, bescheiden en gegevens van PeHa de fout is begaan. PeHa heeft cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt als volgt. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikrl 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.