Rechtspraak
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, 22 januari 2010
ECLI:NL:OGEANA:2010:BL2962
werknemer/Diamond Resort Flamingo Management BV
Werknemer is op 8 april 1991 in dienst getreden bij Diamond als monteur voor de airconditioninginstallatie van het resort. Op 29 mei 2009 is werknemer tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tot doodslag. Diamond heeft om die reden vervolgens de arbeidsovereenkomst opgezegd. Op 29 oktober 2009 is werknemer alsnog ontslagen van alle rechtsvervolging. Werknemer stelt zich thans op het standpunt dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag en vordert herstel van de arbeidsovereenkomst.
Het Gerecht oordeelt als volgt. Een veroordeling tot herstel van de dienstbetrekking verplicht de werkgever om op dezelfde voorwaarden en met dezelfde inhoud als de vorige opnieuw een arbeidsovereenkomst te sluiten. Voor een dergelijke bij voorlopige voorziening te geven beslissing oordeelt het Gerecht geen plaats. Het constitutieve karakter van een zodanige beslissing verzet zich daartegen. Voor zover daarop gericht dienen de vorderingen van werknemer dan ook te worden afgewezen. Wel kan tewerkstelling worden toegewezen. Het Gerecht stelt voorop dat bij de beoordeling van de ontslagreden in beginsel de situatie op het tijdstip van de opzegging doorslaggevend is. Ten tijde van de opzegging had werknemer hoger beroep ingesteld tegen het veroordelend vonnis in eerste aanleg. Voor zover Diamond van dit appel niet op de hoogte was, had zij daarnaar bij hem navraag kunnen doen. Naar het oordeel van het Gerecht had Diamond geen redelijke ontslaggrond. Zij wist dat werknemer verdacht werd en heeft hem desalniettemin werkzaamheden laten verrichten. Voorts dient op grond van het gevolgencriterium te worden geoordeeld dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Ten slotte wijst het Gerecht erop dat een herstel van de arbeidsovereenkomst kan worden afgekocht. De kantonrechtersformule leent zich niet voor begroting van die afkoopsom.