Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Beau Monde Groenhof BV
Rechtbank Amsterdam, 12 februari 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BL4067

werkneemster/Beau Monde Groenhof BV

Aanvraag ontslagvergunning in strijd met contractuele afspraken maakt de opzegging niet nietig, mogelijk wel kennelijk onredelijk. Werknemer dient te stellen en te bewijzen dat tijdens de opzegging sprake is van arbeidsongeschiktheid voor een succesvol beroep op het opzegverbod

Werkneemster is per 1 maart 1990 op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij Beau Monde, in de functie van administratief medewerkster. Zij was reeds in 1985 gehuwd met bestuurder van de enig aandeelhouder van Beau Monde. In 2006 zijn zij naar de Verenigde Staten verhuisd. Werkneemster verricht haar werkzaamheden online. In maart 2008 zijn werkneemster en de bestuurder in een echtscheidingsprocedure verwikkeld geraakt. In april 2008 bericht de behandelend psycholoog van werkneemster dat zij wegens psychische klachten niet langer in staat is werkzaamheden te verrichten. Beau Monde heeft met toestemming van het UWV WERKbedrijf de arbeidsovereenkomst met werkneemster opgezegd per 31 oktober 2009. Werkneemster heeft de opzegging vernietigd met een beroep op het opzegverbod wegens ziekte. Voorts stelt werkneemster zich op het standpunt dat partijen in juni 2008 hadden overeengekomen dat zij tot 1 juli 2009 met sabbatical mocht gaan, zonder dat enig exittraject zou worden gestart. Thans vordert werkneemster loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan Beau Monde stelt, is de kantonrechter van oordeel dat de afspraak inzake het sabbatical wel degelijk is overeengekomen. Derhalve had Beau Monda geen ontslagvergunning mogen aanvragen voor 1 juli 2009. Dat de ontslagvergunning in strijd met de tussen partijen gemaakte afspraken is aangevraagd, neemt evenwel niet weg dat deze ontslagvergunning wel is verleend. De kantonrechter is van oordeel dat het tekort schieten van Beau Monde niet zodanig is, dat van de ontslagvergunning geen gebruik zou mogen worden gemaakt. Er is immers opgezegd slechts enkele dagen vóór het aflopen van de termijn waarbinnen Beau Monde was overeengekomen geen actie te ondernemen tot beëindiging van het dienstverband. Of de toerekenbare tekortkoming van Beau Monde wellicht kan bijdragen aan de kennelijke onredelijkheid van de met gebruikmaking van die vergunning verrichte opzegging staat in deze procedure niet ter beoordeling.

Wat het opzegverbod betreft, overweegt de kantonrechter dat op werkneemster de stelplicht en bewijslast rust met betrekking tot haar arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter is met Beau Monde van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat zij op 25 juni 2009 arbeidsongeschikt was in de zin van artikel 7:670 lid 1 BW. Werkneemster heeft slechts een verklaring uit april 2008 overgelegd van haar psycholoog. Zij heeft echter onvoldoende gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat zij op 25 juni 2009 arbeidsongeschikt was. De opzegging op 25 juni 2009 heeft daarmee rechtsgeldig plaatsgevonden. Het dienstverband is op grond daarvan geëindigd per 31 oktober 2009.

Wel heeft werkneemster recht op 100% loon over de periode tussen 25 juni en 31 oktober 2009. Dat Beau Monde werkneemster niet heeft opgeroepen voor het verrichten van werkzaamheden komt voor haar risico.

De vordering van werkneemster wordt afgewezen.