Naar boven ↑

Rechtspraak

X Advocaten/Stichting Thuiszorg
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 27 januari 2010
ECLI:NL:RBSGR:2010:BL3893

X Advocaten/Stichting Thuiszorg

Ondernemer dient advocatendeclaraties in strijd met artikel 22 WOR te vergoeden voor zover de gemaakte kosten achteraf bezien redelijkerwijs noodzakelijk waren en in omvang redelijk zijn

Advocatenkantoor X vordert veroordeling van Stichting Thuiszorg tot betaling van € 44.103,= aan advocatendeclaraties voor rechtsbijstand van OR Goes en de Centrale OR. Stichting Thuiszorg verweert met de stelling dat Advocatenkantoor X in strijd met artikel 22 WOR geen voorafgaande schatting van de kosten heeft gegeven en dat bovendien de gemaakte kosten buitensporig hoog zijn.

De rechtbank oordeelt als volgt. Advocatenkantoor X heeft in dit geval tekst en strekking van artikel 22 leden 1 en 2 WOR geschonden door aan Stichting Thuiszorg vooraf géén opgave te doen van de aan haar werkzaamheden vanaf februari 2008 voor de beide ondernemingraden van gedaagde naar schatting verbonden kosten, hoewel de toenmalige bestuurder van gedaagde daar gezien de inhoud van de producties herhaaldelijk om heeft gevraagd en ook op 'een kostenplaatje vooraf' heeft aangedrongen. De strekking van artikel 22 WOR is nu juist - zoals de kantonrechter te Delft in haar vonnis van 23 april 2009 ook al overwoog - dat de ondernemer in staat moet zijn om tevoren tegen de noodzaak van het inschakelen van een deskundige door de ondernemingsraad én tegen de omvang van de in dat kader te maken kosten bezwaar te maken, waarna bij verschil van mening de weg van artikel 36 WOR zou moeten worden gevolgd. In die zin bestaat er inderdaad een beperkt goedkeuringsrecht vooraf voor de bestuurder van de onderneming en mag een deskundige als Advocatenkantoor X er niet op vertrouwen dat aan haar 'een blanco cheque' is afgegeven indien vooraf slechts is gemeld dát een deskundige wordt ingeschakeld maar niet hoeveel die inschakeling - indien en voor zover redelijkerwijs noodzakelijk - naar schatting zal gaan kosten voor de ondernemer. Anders dan Stichting Thuiszorg is de rechtbank echter van oordeel dat dit handelen in strijd met artikel 22 WOR door Advocatenkantoor X in dit geval niet tot gevolg kan hebben dat Stichting Thuiszorg in het geheel niets meer van de resterende declaraties van Advocatenkantoor X zou behoren te betalen. De strekking van artikel 22 WOR is immers niet dat de kosten van inschakeling van een deskundige - voor zover in omvang redelijk en redelijkerwijs noodzakelijk gemaakt - in het geheel niet ten laste van de ondernemer kunnen worden gebracht. Stichting Thuiszorg behoort met andere woorden naar het oordeel van de rechtbank aan Advocatenkantoor X in dit geval wél de kosten te vergoeden die in de gegeven omstandigheden achteraf bezien redelijkerwijs noodzakelijk waren en die ook in omvang als redelijk zijn te beschouwen. In dit geval acht de rechtbank een vergoeding van € 25.000,= plus 19% btw redelijk.

  • Wetsartikelen: 22 WOR
  • Onderwerpen: Overige (WOR)
  • Trefwoorden: medezeggenschap, vergoeding kosten deskundigen en vergoeding naar redelijkheid