Rechtspraak
De Stichting Biblionova/werknemer
Stichting Biblionova verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werkneemster. Zij is bereid om na ontbinding aan werkneemster een nieuwe arbeidsovereenkomst met behoud van anciƫnniteit voor de duur van drie uur per week aan te bieden. Aan het verzoek legt de Stichting ten grondslag dat werkneemster sinds 1995 arbeidsongeschikt is. In dat kader is de arbeidsomvang reeds aangepast tot 19,8 uur per week. In 2007 is werkneemster evenwel opnieuw uitgevallen wegens arbeidsongeschiktheid. De Stichting ziet geen mogelijkheid tot werkhervatting in de eigen functie van werkneemster.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In feite komt het verzoek van de Stichting neer op een verzoek tot deeltijdontslag. De kern van het probleem is dat sprake is van een complexe re-integratie- en herplaatsingsproblematiek, die de Stichting met dit deeltijdontslag tracht te omzeilen. De kantonrechter beschouwt het verzoek gezien haar motivering en het feit dat de Stichting aanbiedt de arbeidsovereenkomst voor drie uren voort te zetten, dan ook regelrecht gericht op het ontgaan van deze beleidsregel van het UWV WERKbedrijf (4:3 Ontslagbesluit). Wanneer de kantonrechter, daartoe te allen tijde bevoegd zijnde, in deze zaak met dit ontbindingsverzoek zou meegaan zonder dat er sprake is van een zeer zwaarwegende verandering in de omstandigheden aan de zijde van de Stichting dat een dadelijke of spoedige beƫindiging van de arbeidsverhouding voor haar voortbestaan noodzakelijk is, wordt door een verzoek als dit binnen het kader van een uiterst summiere procedure waaraan inhoudelijk die hogere toetsing is ontzegd, aan het stelsel van sociale zekerheid en ontslagbescherming getornd. Daartoe is de wetgever en niet de kantonrechter bevoegd.
Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.