Rechtspraak
Nautilus Nederland/werkgever
In cassatie is aan de orde de uitleg van artikelen 2 t/m 7 van het Reglement geldende voor de Handelsvaart tot 9000 GT dat onderdeel vormt van de CAO voor de Handelsvaart tot 9000 GT die is gesloten voor de periode van 1 april 1997 tot en met 31 maart 1999 tussen enerzijds de Vereniging van Werkgevers in de Handelsvaart (VWH), waarbij werkgever is aangesloten, en anderzijds Nautilus en de Vervoersbond CNV. Een aantal bepalingen van deze cao, waaronder het Reglement, is algemeen verbindend verklaard, zodat de inhoud van het Reglement recht is in de zin van artikel 79 Wet RO. De vraag die partijen verdeeld houdt, is of de genoemde artikelen van het Reglement zo moeten worden uitgelegd dat wanneer een schepeling in een bepaalde rang/functie dienst gaat doen op een groter schip dan waarop hij in die rang/functie voorheen dienst deed, niet kan worden gesproken van een promotie in de zin van artikel 6, noch van dienstdoen in een hogere rang/functie in de zin van artikel 7, zodat bij inschaling in de voor het dienstdoen op een groter schip geldende hogere loongroep niet, zoals artikel 6 zou meebrengen, de door de schepeling conform artikel 4 opgebouwde diensttijdverhogingen vervallen, maar inschaling van die schepeling moet plaatsvinden met behoud van de door de schepeling in dezelfde rang/functie opgebouwde diensttijdverhogingen (anciƫnniteit). De kantonrechter heeft deze vraag bevestigend beantwoord. De rechtbank heeft de vraag ontkennend beantwoord. Volgens de rechtbank verliest een schepeling zijn verworven rechten indien hij in dezelfde rang/functie op een groter schip dienstdoet. Tegen dit oordeel keert Nautilus zich in beroep in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt als volgt. De motiveringsklachten kunnen bij gebrek aan belang niet tot cassatie leiden omdat de bepalingen van het Reglement recht in de zin van artikel 79 Wet RO zijn. In een dergelijk geval is de uitleg die de rechter aan de cao geeft een rechtsoordeel waartegen slechts met rechtsklachten en niet met motiveringsklachten kan worden opgekomen. Met betrekking tot de rechtsklacht, dat de rechtbank een onjuiste uitleg heeft gegeven van het Reglement, overweegt de Hoge Raad als volgt. Het oordeel waartoe de rechtbank is gekomen, is juist: in het onderhavige geval moet het Reglement aldus worden uitgelegd dat de inschaling geschiedt op dezelfde wijze als is voorgeschreven voor het in artikel 7 lid 3 bedoelde geval. Hierbij wordt aangetekend dat op de gronden die worden aangevoerd in de conclusie van de A-G onder 3.14, bij het voorgaande geen rekening is gehouden met de in eerste aanleg overgelegde 'Resultatenlijst'. Volgens de A-G kan deze lijst niet worden beschouwd als een toelichting op de cao-tekst of Reglement.
Volgt verwerping van het cassatieberoep.