werknemer/Loodgietersbedrijf X

Werknemer is van 1 januari 2005 tot 1 september 2008 op basis van een arbeidsovereenkomst bij werkgever in dienst geweest. De arbeidsovereenkomst is per 1 september 2008 beëindigd door middel van een vastststellingsovereenkomst. Partijen hebben gelijktijdig met de deze vaststellingsovereenkomst een 'Overeenkomst betreffende vergoeding voor overwerk' gesloten. Daarin staat dat werknemer € 4.000,= aan materialen ontvangt wegens openstaande overuren. Werkgever weigert de materialen te leveren, omdat volgens hem is gebleken dat werknemer een onjuist aantal overuren heeft opgegeven. In reconventie vordert werkgever vergoeding van € 5.000,= aan accountantskosten wegens het opzetten van een pensioenconstructie. Deze constructie was niet nodig geweest als werknemer werkgever juist had geïnformeerd bij aanvang arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De vordering van werknemer wordt toegewezen. Werkgever had immers tijdens de onderhandelingen het aantal opgegeven uren kunnen controleren. Door dit niet te doen heeft werkgever het risico genomen dat het aantal uren onjuist zou kunnen zijn. Er is geen sprake van dwaling. De vordering in reconventie wordt afgewezen, omdat werkgever wist of had kunnen weten dat er extra kosten voor het opzetten van de pensioenconstructie gemaakt moesten worden. Daarnaast faalt de vordering omdat partijen elkaar finale kwijting hebben verleend.