werknemer/Digit Touch Systems BV

Werknemer stelt zich op het standpunt dat sprake is van schending van hoor en wederhoor tijdens de ontbindingsprocedure. Volgens werknemer zou Digit een dag na de door de kantonrechter gestelde termijn voor het indienen van het verweerschrift met nieuwe feiten en verweren zijn gekomen, waarop werknemer niet voldoende kon reageren. De weerlegging van een aantal verweren door overlegging van jaarstukken, is niet door de kantonrechter geaccepteerd. Tegen deze ontbindingsbeschikking heeft werknemer hoger beroep aangetekend.

Het hof oordeelt als volgt. Op grond van artikel 262 lid 1 Rv in eerste aanleg kan iedere belanghebbende tot de aanvang van de behandeling of, indien de rechter dit toestaat, in de loop van de behandeling, een verweerschrift indienen. Het door Digit circa drie werkdagen voor de zitting in eerste aanleg ingediende verweerschrift, kan derhalve niet als te laat ingediend worden beschouwd. Dat de door de kantonrechter in eerste instantie gegeven termijn voor het indienen van een verweerschrift was verstreken, is daarbij niet relevant. Daarbij komt dat werknemer reeds bij het verzoekschrift alle bewijsmiddelen in het geding had kunnen brengen of bij pleidooi naar hebben kunnen verwijzen. In geen geval is sprake van schending van hoor en wederhoor of andere fundamentele rechtsbeginselen.

Volgt verwerping van het beroep.