Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Dunamare/werkneemster
Rechtbank Noord-Holland, 3 maart 2010
ECLI:NL:RBHAA:2010:BL7760

Stichting Dunamare/werkneemster

Kennelijk onredelijk ontslag wegens schending herplaatsingsplicht werkgever. Begroting schadevergoeding conform Van de Grijp-Stam-jurisprudentie

Werkneemster (60 jaar) is van 1982 tot 1 januari 2009 in dienst geweest van Dunamare, laatstelijk in de functie van adjunct-directeur onderwijs. Dunamare heeft de arbeidsovereenkomst met werkneemster opgezegd wegens een voortdurend conflict met bestuursleden. De Commissie van Beroep Voortgezet Onderwijs heeft het bezwaar tegen het ontslagbesluit ongegrond verklaard. Bij verstekvonnis heeft de kantonrechter Dunamare overeenkomstig de vordering van werkneemster veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 209.630,= bruto ter zake van kennelijk onredelijk ontslag. Dunamare vordert thans nietigverklaring van het verstekvonnis en afwijzing van de oorspronkelijke vordering. Dunamare betwist dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk is geweest; zij heeft werkneemster niet onheus bejegend. De samenwerking van werkneemster met verschillende personeelsleden en opvolgende directieleden is telkens (zeer) problematisch geweest. De kansen van werkneemster op de arbeidsmarkt zijn niet slecht en de financiële schade van werkneemster is beperkt omdat werkneemster naast een WW-uitkering een bovenwettelijke uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidsregeling Onderwijspersoneel Voortgezet Onderwijs (hierna: de Wovo).

De kantonrechter oordeelt als volgt. Wat het ontslag betreft is sprake geweest van ‘incomptabilité des humeurs’, waarbij het in de rede heeft gelegen dat werkneemster degene was die voor ontslag is voorgedragen, enerzijds omdat zij de ondergeschikte was en anderzijds omdat werkneemster in deze meningsverschillen de constante factor is geweest. Met de Commissie van Beroep is de kantonrechter dan ook van oordeel dat de school in redelijkheid heeft kunnen besluiten werkneemster niet langer te handhaven als adjunct-directeur omdat dit een negatieve invloed heeft op het reilen en zeilen op de school. Dunamare was als goed werkgever evenwel verplicht werkneemster een passende functie binnen de onderneming aan te bieden. Daarbij heeft Dunamare verzuimd de functie van zorgcoördinator aan te bieden. Mede in aanmerking genomen de slechte positie op de arbeidsmarkt, eenzijdig arbeidsverleden en de hoge leeftijd van werkneemster, moet de opzegging kennelijk onredelijk worden geoordeeld.

Bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding speel de ABC- noch de XYZ-formule een rol. De schade moet worden begroot. Bij deze begroting spelen de volgende factoren een rol. Werkneemster heeft 26 jaar bij Dunamare gewerkt, waarvan het grootste gedeelte zonder noemenswaardige problemen. Ter zake van de oorzaak van de beëindiging is naar het oordeel van de kantonrechter slechts vast komen te staan dat sprake was van ‘incomptabilité des humeurs’. Dunamare heeft vervolgens niet als goed werkgeefster gehandeld door na te laten werkneemster de functie van zorgcoördinator aan te bieden. Daardoor is werkneemster op 59-jarige leeftijd werkloos geraakt en lijdt zij schade. De kantonrechter volgt evenwel de begroting van de door werkneemster berekende schade niet. Werkneemster heeft gesteld dat haar inkomensschade € 130.000,= bruto bedraagt. Die berekening gaat ervan uit dat werkneemster tot haar 65e niet meer aan het werk komt, terwijl dat enerzijds niet vaststaat en anderzijds onvoldoende is gebleken dat werkneemster niet als docent (bij Dunamare) werkzaam had of zou kunnen zijn. Voorts geldt voor werkneemster de gunstige regeling van de Wovo en kan werkneemster gebruikmaken van de regeling van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering.

De kantonrechter begroot de schade daarom op € 50.000,=.