Rechtspraak
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 23 februari 2010
ECLI:NL:OGHNAA:2010:BL7886
werkgever/werknemer
Werkgever verzoekt het ontslag van werknemer als bestuurder van de stichting 'Elias Mansur Sport Stichting' (hierna: de stichting). Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft het verzoek afgewezen. Tegen deze beschikking keert werkgever zich in hoger beroep.
Het Gemeenschappelijk Hof oordeelt als volgt. Het verweer van werknemer dat artikel 12 Landsverordening op stichtingen (Lvos) de rechter alleen bevoegdheid geeft een geheel bestuur, en dus niet een individuele bestuurder, te ontslaan, heeft het GEA terecht verworpen. Het Hof volgt werkgever in zijn lezing dat geen bijzondere betekenis kan worden gehecht aan het gegeven dat bij de omzetting van Nederlands-Antilliaanse Landsverordening op stichtingen (P.B. 1967, 191) in de Arubaanse Lvos het woord 'bestuurder' is gewijzigd in 'bestuur'. Gelet op het bepaalde in de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur (AB 1987, no. GT 2, hierna: Aowb), op grond waarvan de tekst van de Lvos is vastgesteld, vinden in de tekst van de regelingen die ingevolge artikel 4 Aowb de staat van landsverordening van Aruba verkrijgen alleen die aanpassingen plaats die met toepassing van de volgende leden van dat artikel noodzakelijk zijn als gevolg van het verkrijgen van die nieuwe hoedanigheid. Inhoudelijke wijzigingen zijn daarbij niet beoogd. Overigens brengt ook gelet op de aard van de regeling van artikel 12 Lvos, die beoogt een zekere mate van toezicht mogelijk te maken op de bestuurders van een stichting (waar dit toezicht op de bestuurders van een dergelijke rechtspersoon niet op andere wijze in de wet is geregeld), een redelijke wetsuitleg met zich dat ingeval sprake is van disfunctioneren in de zin van artikel 12 Lvos van een of meer individuele bestuursleden van een stichting, de rechter bevoegd is die individuele bestuursleden te ontslaan. Bovendien geldt in dit geval dat de statuten van de stichting zelf een regeling bevatten waarbij is bepaald het lidmaatschap van het bestuur kan eindigen door ontslag door de rechter.
In casu oordeelt het Hof echter dat er geen of onvoldoende gronden zijn voor ontslag. Het enkele feit dat de notulen niet altijd op de juiste wijze zijn opgesteld, is geen reden voor ontslag. Ten aanzien van de overige verwijten valt werknemer in persoon niets te verwijten.
Volgt bekrachtiging vonnis GEA.