Rechtspraak
werknemer/Computron BV
Werknemer vordert schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag op grond van een valse reden. Daartoe voert werknemer onder meer aan dat de CWI niet onpartijdig was bij het afgeven van de ontslagbeschikking, daar het verzoek door een oud-CWI-medewerkster, thans werkneemster van werkgever, was opgesteld. Voorts zou werkgever enkel voor de CWI-procedure hebben gekozen om geen ontslagvergoeding te hoeven betalen. Ten slotte beroept werknemer zich op het gevolgencriterium
Het hof oordeelt als volgt. Er is geen sprake van een valse reden. Het is niet ongebruikelijk dat het CWI overleg voert met werkgever. Voorts heeft werknemer gelegenheid gehad te reageren op de stellingen van werkgever tijdens de CWI-procedure. Het niet aanbieden van een ontslagvergoeding maakt het ontslag evenmin kennelijk onredelijk. Slechts indien is geoordeeld dat de opzegging kennelijk onredelijk is, komt de schadevergoeding aan de orde. Het hof is van oordeel dat de opzegging door werkgever niet kennelijk onredelijk is, zodat geen plaats is voor een schadevergoeding. Het hof komt tot dit oordeel op grond van de volgende omstandigheden. De gevolgen van de opzegging moeten worden beoordeeld naar het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigde, en dus op grond van de situatie zoals die was op 1 juni 2003. Op 1 juni 2003 was de situatie binnen de ICT-sector niet slecht. Dat zijn leeftijd het niet gemakkelijk maakt een nieuwe baan te vinden binnen de ICT-sector wil niet zeggen dat het niet mogelijk is. Hoewel de opzegging van de arbeidsovereenkomst voor werknemer ongetwijfeld nadelige gevolgen heeft, welke gevolgen door werknemer niet inzichtelijk zijn gemaakt, kan op grond van het voorgaande en met name gelet op het belang van werkgever bij beƫindiging van de arbeidsovereenkomst niet worden geoordeeld dat de opzegging kennelijk onredelijk is omdat de gevolgen daarvan voor werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van Computron bij de opzegging.
Volgt verwerping van het beroep.