werknemer/X Beveiliging BV

Werknemer heeft in eerste aanleg een loonvordering ex artikel 7:629 BW ingesteld. De kantonrechter heeft werknemer niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een deskundigenoordeel ex artikel 7:629a BW. Werknemer is niet in hoger beroep gegaan tegen die uitspraak, maar heeft later opnieuw een loonvordering ingediend bij de kantonrechter. Ditmaal beschikte werknemer wel over een deskundigenoordeel ex artikel 7:629a BW. De kantonrechter heeft werknemer wederom niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Uit de wetsgeschiedenis van artikel 7:629a BW komt naar voren dat de ratio van de in dat artikel voorgeschreven werkwijze is dat in een dergelijke situatie - werknemer stelt dat hij ziek is, maar werkgever betwist dat - behoefte zal bestaan aan een snel en deskundig oordeel. De aldus verkregen duidelijkheid over de arbeids(on)geschiktheid van de werknemer kan leiden tot een snelle oplossing tussen werkgever en werknemer en kan er ook toe leiden dat, als geen oplossing tot stand komt, het geschil reeds in een vroeg stadium helder is. Met de hiervoor omschreven tekst, strekking en doel van de in artikel 7:629a BW voorgeschreven procedure valt niet te rijmen dat een werknemer een deskundigenoordeel als daar bedoeld, nadat hij in gebreke is gebleven dit tijdig op te vragen en over te leggen, namelijk bij eis, alsnog in een nieuw te starten procedure - dus (veel) later - met succes over zou kunnen leggen. Dat werknemer niet in staat was om eerder een dergelijk deskundigenoordeel over te leggen of dat dit niet van hem gevergd kon worden, is gesteld noch gebleken.

Volgt bekrachtiging vonnis kantonrechter.