Rechtspraak
Ventilex BV/werknemerRechtbank Gelderland, 29 maart 2010
Ventilex BV/werknemer
Werknemer is van 21 februari 1983 tot 16 november 2009 in dienst geweest van Ventilex. De arbeidsovereenkomst is bij beschikking van de kantonrechter van 12 oktober 2009 ontbonden. Partijen verzoeken thans over en weer heropening van het geding en herziening van de in genoemde beschikking aan werknemer toegekende vergoeding. Ieder voor zich betogen zij dat de wederpartij bedrog heeft gepleegd in de zin van artikel 382 Rv. Volgens werknemer heeft Ventilex de rechter onjuist geïnformeerd over de hoogte van het loon, waardoor de vergoeding te laag is uitgevallen. Volgens Ventilex heeft werknemer belangrijke feiten verzwegen waardoor de vergoeding te hoog is uitgevallen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Ter zitting is namens Ventilex naar voren gebracht dat het gestelde bedrog voor een belangrijk deel is gestoeld op vermoedens. Een procespartij mag enige vorm van paranoia niet worden ontzegd, maar een rechterlijke procedure staat en valt bij feiten die tot een beslissing behoren te leiden. En dan moet worden geconstateerd dat het door Ventilex aan werknemer verweten bedrog niet dan wel onvoldoende wordt onderbouwd door feiten. En voor zover uit de stukken feiten zijn af te leiden, komen deze niet uit boven het niveau van vermoedens, waardoor de sprong naar bedrog ook door eventuele bewijslevering niet kan worden gemaakt. Nu de kantonrechter in eerste aanleg uiteindelijk een ontbindingsvergoeding heeft toegekend op neutrale gronden, valt voorts ook niet in te zien dat de uitkomst van de vergoeding anders zou zijn geweest indien de kantonrechter op de hoogte was van het vooruitzicht op een nieuwe baan. Ook het tegenverzoek van werknemer wordt afgewezen.