werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria BV

Werkneemster is sinds 2002 in dienst van Victoria. Op 14 april 2009 heeft werkneemster zich arbeidsongeschikt gemeld wegens depressies na het overlijden van haar vader. Zij verbleef op dat moment bij familie in Italië. Bij terugkeer in Nederland heeft werkneemster een afspraak met de arbodienst gemist. Zij is op advies van het GGZ teruggekeerd naar Italië voor rouwverwerking. Victoria heeft werkneemster er steeds op gewezen dat zij zich beschikbaar moest houden voor consult bij de arboarts. Op 30 juni 2009 heeft werkgever de loonbetaling opgeschort, omdat werkneemster niet voldeed aan haar re-integratieverplichtingen. Werkneemster heeft zich op 9 december 2009 gemeld bij de arboarts. De arboarts heeft geadviseerd tot werkhervatting. Het UWV oordeelde bij second opinion dat werkneemster nog steeds volledig arbeidsongeschikt is. Werkneemster vordert thans loon vanaf 30 juni 2009.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering komt de kantonrechter niet toe. Artikel 6:660a BW bepaalt dat de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, verplicht is gevolg te geven aan de door de werkgever of, in dit geval, bedrijfsarts gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door de werkgever of bedrijfsarts getroffen re-integratiemaatregelen. Artikel 7:629a BW bepaalt dat een vordering tot loonbetaling moet worden afgewezen indien bij de eis niet een verklaring ('second opinion') is gevoegd van een UWV-deskundige omtrent (1) de verhindering van de werknemer om de bedongen arbeid of andere passende arbeid te verrichten respectievelijk (2) diens nakoming van de verplichtingen als bedoeld in artikel 7:660a BW. Weliswaar heeft werkneemster een second opinion overgelegd betreffende de vraag of zij op 21 december 2009 arbeidsongeschikt was, maar zij heeft geen second opinion overgelegd betreffende haar re-integratie-inspanningen, terwijl dat de reden is waarom Victoria de loonbetaling heeft opgeschort. Nu werkneemster heeft nagelaten bedoelde second opinion over te leggen, zal de kantonrechter de vordering afwijzen.