Rechtspraak
werknemer/QPS Constructie BV
Werknemer is op 9 juni 2008 als uitzendkracht in dienst getreden van QPS. Werknemer is op 5 oktober 2009 uitgevallen wegens ziekte. De bedrijfsarts heeft op 30 oktober 2009 geconcludeerd dat werknemer per direct weer werkzaamheden voor QPS kon verrichten, doch dat de rugbelasting beperkt moest blijven. Partijen zijn vervolgens in een moeizaam re-integratietraject beland, waarbij werknemer op enig moment heeft geweigerd passende arbeid te verrichten. Op 15 december 2009 heeft QPS de loonbetaling gestaakt. Thans vordert werknemer doorbetaling van het loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. QPS heeft zich ingespannen voor de re-integratie van werknemer. Daarbij mocht QPS afgaan op het oordeel van de bedrijfsarts, zodat geoordeeld moet worden dat werknemer passende arbeid heeft geweigerd. Dit brengt met zich dat werknemer op grond van artikel 7:629 lid 3 sub c BW geen recht heeft op loon. De vordering van werknemer wordt afgewezen.