Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Coöperatie bloemenveiling Floraholland U.A.
Rechtbank Amsterdam, 1 februari 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0969

werkneemster/Coöperatie bloemenveiling Floraholland U.A.

Passende arbeid wordt nieuwe bedongen arbeid. Loondoorbetaling op grond van artikel 7:611 BW wegens mislopen ZW-uitkering werknemer

Werkneemster is sinds 2002 in dienst van Floraholland, in de functie van verdeler op de afdeling Klokuitstoot (bloemenveiling). Werkneemster is van maart tot augustus 2007 arbeidsongeschikt geweest wegens schouderklachten. In september 2007 is werkneemster door een collega aangereden, waardoor zij arbeidsongeschikt is geraakt (enkelblessure). Sindsdien verricht werkneemster passende arbeid op de afdeling administratie. In september 2009 valt werkneemster geheel uit wegens andere medische klachten dan die verband houden met het ongeval. Floraholland heeft tot 1 januari 2010 het loon doorbetaald. Thans vordert werkneemster loon. Zij stelt dat de passende werkzaamheden vanaf medio 2008 moeten worden beschouwd als haar nieuw bedongen arbeid. Met haar uitval in 2009 is opnieuw een periode van 104 weken gaan gelden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De Hoge Raad heeft in die uitspraak beslist dat na arbeidsongeschiktheid als gevolg van een bedrijfsongeval op de werkgever een verzwaarde re-integratieverplichting rust (HR 13 december 1991, NJ 1992, 441). Mede gelet op hetgeen volgens de Hoge Raad (26 oktober 2001, JAR 2001/238) een goed werkgever betaamt, namelijk ook een herverdeling van werkzaamheden, is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter ten deze geen sprake van de situatie dat tewerkstelling door werkneemster in de feitelijk door haar sinds december 2008 vervulde werkzaamheden, niet van Floraholland kon worden gevergd. Daarmee heeft werkneemster vanaf november 2008 (ook) recht op doorbetaling van loon, op basis van haar beschikbaarheid voor die passende werkzaamheden. De kantonrechter is van oordeel dat voor werkneemster de per november/december 2008 verrichte functie moet worden aangemerkt als een nieuwe functie, op grond van welks uitval zij per 10 september 2009 opnieuw een aanspraak tot doorbetaling gedurende twee jaar heeft gekregen. Bovendien brengt artikel 7:611 BW in de onderhavige situatie ook mee dat op Floraholland vanaf 10 september 2009 (en derhalve ook vanaf 1 januari 2010) een voortgezette doorbetalingsplicht rust. Daarbij is onder meer van belang dat juist de omstandigheid dat Floraholland werkneemster op en na 22 april 2009 voor haar werkzaamheden heeft doorbetaald, een nieuwe ziekmelding en aanspraak op de Ziektewet per 10 september 2009 hebben geblokkeerd. Floraholland valt van haar gedrag geen enkel verwijt te maken, doch het goed werkgeverschap brengt wel mee dat werkneemster niet de financiële gevolgen van die handelwijze van Floraholland behoort te dragen.

Volgt toewijzing vordering werkneemster.