Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/La Perla Living Holding BV
Rechtbank Amsterdam, 12 maart 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0858

werknemer/La Perla Living Holding BV

Werknemer heeft geen recht op schadevergoeding wegens niet toekennen aandelenopties door einde dienstverband

Werknemer is van 2 april 2007 tot 1 maart 2009 in dienst geweest van La Perla. Op de arbeidsovereenkomst is een optieregeling van toepassing waarvoor werknemer in aanmerking komt indien hij per kalenderjaar 2012 nog in dienst zou zijn. Daarnaast had werknemer recht op een bonus, indien hij de vooraf vastgestelde doelstelling per jaar zou hebben behaald. De arbeidsovereenkomst is per 1 maart 2009 ontbonden op (tegen)verzoek van werknemer onder toekenning van een vergoeding van € 55.000. Thans vordert werknemer betaling van een achterstallige bonus ad € 19.800, alsmede schadevergoeding wegens het niet meer kunnen uitoefenen van optierechten ad € 3.000.000.

De kantonrechter oordeelt als volgt. La Perla heeft voor 2007 geen doelstellingen vastgesteld met werknemer. Deze tekortkoming kan werknemer niet worden aangerekend. Nu uit het overige blijkt dat werknemer goed heeft gefunctioneerd, maakt hij aanspraak op de bonusregeling (15% van het jaarinkomen). Met betrekking tot de aandelenopties overweegt de kantonrechter dat werknemer niet voldoet aan de eis dat hij per 2012 nog in dienst is van La Perla. Werknemer heeft onvoldoende omstandigheden aangevoerd die ertoe kunnen bijdragen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat La Perla een beroep doet op de bepaling dat werknemer nog in 2012 in dienst moet zijn om voor de aandelenopties in aanmerking te komen (Hoge Raad 12 juni 1998, JAR 1998/183). Deze vordering wordt afgewezen.

  • Wetsartikelen: 7:611 BW en 6:248 BW
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: uitleg bonusregeling, optieregeling, maatstaven van redelijkheid en billijkheid en einde dienstbetrekking voor optieplan