Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 23 februari 2010
ECLI:NL:GHSGR:2010:BM0830
werkneemster/Center Parcs Netherlands NV
Werkneemster (45 jaar) is sinds 2002 in dienst van Center Parcs in de functie van badjuffrouw/medewerker pool. Op 6 september 2005 is werkneemster uitgevallen wegens ziekte. Vervolgens is een zeer moeizaam en vruchteloos re-integratietraject door Center Parcs gestart. Center Parcs heeft meermalen moeten dreigen met loonsancties jegens werkneemster, maar dat leidde niet tot succesvolle re-integratie. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van de CWI opgezegd tegen 31 maart 2007. Werkneemster heeft vervolgens een verklaring voor recht gevorderd dat de opzegging kennelijk onredelijk is. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Anders dan werkneemster meent, heeft Center Parcs voldoende rekening gehouden met haar beperkingen. Van werkneemster had in casu op grond van artikel 7:660a BW evenwel een actieve(re) houding verwacht mogen worden. De opzegging is derhalve niet kennelijk onredelijk. Wel maakt werkneemster aanspraak over loon gedurende de periode 1 t/m 22 oktober. Voor de overige periodes geldt artikel 7:629 lid 3 sub c BW.