Centrale Ondernemingsraad Unilever Nederland/Unilever Nederland Holdings BV

Unilever heeft in het voorjaar van 2009 een viertal regelingen voor de managers werkzaam op work level 2 gewijzigd. De eerst wijziging houdt het vervallen van adv-dagen in. De tweede wijziging aan vacaturestop. De derde wijziging is bevriezing van het salaris. De vierde wijziging heeft betrekking op variabele beloning. De Centrale Ondernemingsraad (COR) heeft de nietigheid van de besluiten ingeroepen, omdat de wijzigingen instemmingsplichtig zouden zijn. De kantonrechter heeft het verzoek van de COR afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de in artikel 27 WOR geregelde instemmingsbevoegdheden van de C(OR) geen betrekking hebben op de primaire arbeidsvoorwaarden en dat de opsomming in artikel 27 WOR limitatief is. Anders dan de COR van mening is, acht het hof de afschaffing en compensatie van adv-dagen niet instemmingsplichtig. Er kan niet - ook niet wat de compensatieregeling betreft - worden geoordeeld dat sprake is van een beloningssysteem ex artikel 27 lid 1 sub c WOR. Met betrekking tot de vacaturestop oordeelt het hof als volgt. Naar het oordeel van het hof gaat het bij een regeling op het gebied van het aanstellingsbeleid als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub e om het traject dat ingaat nadat een vacature voor vervulling is opengesteld. Besluiten omtrent het openstellen van vacatures of het herroepen daarvan, zoals de onderhavige vacaturestop, met inbegrip van de toets of sprake is van een voor de onderneming essentiële functie, betreffen dus niet een regeling op het gebied van het aanstellingsbeleid. Ook het bevriezen van het salaris, alsmede de wijziging van variabele beloning leidt niet tot een beloningssysteem in de zin van de WOR.

Volgt bekrachtiging beschikking van de kantonrechter.