Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Wonen Zuid/werknemer
Rechtbank Limburg, 2 april 2010
ECLI:NL:RBMAA:2010:BM1720

Stichting Wonen Zuid/werknemer

Ontbinding na vermeende bevoordeling dochter werknemer ten nadele van werkgever is disproportioneel. Afwijzing verzoek

Werknemer (49 jaar) is in 2000 in dienst getreden van Wonen Zuid, in de functie van wijkmeester. Thans verzoekt Wonen Zuid ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden, dan wel veranderingen in de omstandigheden. Directe aanleiding vormden verbouwingswerkzaamheden in opdracht van werknemer aan een door Wonen Zuid te verhuren pand aan de dochter van werknemer. In plaats van de geplande kleine aanpassingen, is door de vaste aannemer van Wonen Zuid voor ruim € 60.000 aan verbouwingswerkzaamheden verricht. Uit onderzoek is gebleken dat naast werknemer ook twee andere medewerkers in strijd hebben gehandeld met voorschriften binnen de organisatie. Zij hebben, anders dan werknemer, geen persoonlijk voordeel gehad bij de verbouwingswerkzaamheden. Om die reden heeft Wonen Zuid jegens hen volstaan met een loonmaatregel. Werknemer dient echter te worden ontslagen, aldus Wonen Zuid.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Allereerst merkt de kantonrechter op dat vooral Wonen Zuid bij beter toezicht en controle veel eerder had kunnen ingrijpen. Daarnaast stelt de kantonrechter vast dat vooral de aannemer voor bijna 70% van de factuursom schuldig is aan onjuiste facturering. De kantonrechter heeft voorts geen aanwijzing in het dossier gevonden dat verweerder welbewust, willens en wetens, ten voordele van zijn dochter en ten nadele van zijn werkgever, aannemer opdracht heeft gegeven/ertoe heeft bewogen om de uiteindelijk gefactureerde werkzaamheden te verrichten. Het is ook niet aannemelijk dat iemand in de positie van verweerder dat zou doen, zelfs als hij zijn dochter al zou wíllen bevoordelen, nu hij immers ook in zo’n geval zeker weet dat het feit dat die werkzaamheden zijn verricht altijd uit zal komen als de rekening - hoog of laag - eenmaal wordt gepresenteerd aan Wonen Zuid. In dit geval hebben vele personen steken laten vallen en werknemer is daar slechts één van geweest. Zijn aandeel in het geheel is niet significant groter, zwaarder dan dat van andere medewerkers van Wonen Zuid en zijn verantwoordelijkheid evenmin. Tegen die achtergrond is het disproportioneel van Wonen Zuid om te besluiten dat ten aanzien van twee andere medewerkers - die ook nog eens hoger in de organisatie functioneren en dus meer verantwoordelijkheid dragen en voorbeeldgedrag moeten tonen - kan worden volstaan met een waarschuwing maar dat ten aanzien van werknemer moet worden overgegaan tot beëindiging van het dienstverband.

Volgt afwijzing van het verzoek.