Rechtspraak
werknemer/Menzies Aviation BV
Werknemer (47 jaar) is sinds 1998 in dienst van Menzies, als bagageafhandelaar op de luchthaven Schiphol. In de arbeidsovereenkomst staat opgenomen dat inname van de Schipholpas wordt beschouwd als een dringende reden voor ontslag. Sinds 2009 voert Menzies een 'Zero tolerance'-beleid met betrekking tot onregelmatigheden in de bagageafhandeling op Schiphol. Op 21 december 2009 heeft de Koninklijke Marechaussee Schiphol aan Menzies bericht dat onder meer werknemer wordt verdacht van diefstal of verduistering van goederen. Menzies heeft de arbeidsovereenkomst per direct opgezegd wegens een dringende reden. Tevens is de Schipholpas ingenomen. Werknemer heeft de nietigheid van de opzegging ingeroepen en vordert loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Zoals Menzies heeft aangegeven is het voor haar bedrijfsvoering van essentieel belang dat haar medewerkers vertrouwd kunnen worden en dat zich bij de bagageafhandeling geen onregelmatigheden voordoen. Blijkens de campagne 'Zero Tolerance' heeft zij dit in 2009 nog eens extra duidelijk gemaakt aan haar werknemers. Menzies mag wat dat betreft dus hoge eisen stellen aan haar werknemers. Vast staat dat werknemer door de KMAR en het openbaar ministerie is aangemerkt als verdachte van betrokkenheid bij diefstal, al dan niet in vereniging, dan wel gekwalificeerde verduistering dan wel poging daartoe. Daarbij heeft de KMAR zich gebaseerd op camerabeelden die later door afgevaardigden van Menzies bekeken zijn. Voor zover op grond van die beelden al niet de betrokkenheid van werknemer bij voornoemde strafbare feiten kan worden vastgesteld (hetgeen ter beoordeling van de strafrechter is), volgt daaruit in elk geval wel dat werknemer betrokken is geweest bij onregelmatigheden bij de bagageafhandeling. Immers, meerdere malen wordt gezien dat werknemer zijn handen in een bagagestuk steekt. Werknemer heeft geen goede verklaring voor zijn handelingen. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat ook als niet zou komen vast te staan dat werknemer zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal of verduistering, de geconstateerde onregelmatigheden van dien aard zijn dat deze, gelet op de aard van het werk van werknemer en de noodzakelijke vertrouwensrelatie, het ontslag op staande voet rechtvaardigen. Nu juist die onregelmatigheden de reden zijn geweest voor het ontslag, moet dit ontslag vooralsnog als een rechtsgeldig ontslag worden beschouwd waardoor de arbeidsovereenkomst ten einde is gekomen. De vorderingen van werknemer zullen dan ook worden afgewezen.