Rechtspraak
werkneemster/Stichting GGZ Ingeest
Werkneemster is van 1978 tot 2008 in dienst geweest van de Stichting GGZ Ingeest. In 2008 heeft zij gebruikgemaakt van de zogenoemde OBU (overbruggingsuitkeringsregeling). Werkneemster stelt zich in deze procedure op het standpunt dat zij onvolledig is voorgelicht door haar werkgever, die met andere collega's van werknemer andersoortige afspraken zou hebben gemaakt die financieel gunstiger zijn. Deze schending van het goed werkgeverschap brengt volgens werkneemster met zich dat de Stichting de door haar geleden pensioenschade dient te vergoeden. De vraag is of de Stichting in strijd met haar verplichting om zich als een goed werkgever te gedragen gehandeld heeft door niet boven de OBU nog de extra voorzieningen voor haar te treffen die zij in diezelfde periode getroffen heeft met collegae van haar die niet bereid geweest waren uit eigener beweging voor deze regeling te kiezen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De Stichting was niet verplicht om werknemers van haar, die eigener beweging voor de OBU kozen, zoals werkneemster, te informeren over haar (onverplichte) bereidheid extra voorzieningen te treffen om werknemers die niet van de OBU gebruik wilden maken over te halen dat wel te doen in geval zij dat kennelijk in haar belang achtte. Zou de Stichting die informatie wel verschaft hebben, dan zou dat mogelijk in strijd met haar belangen geweest zijn, haar vrijheid van handelen hebben beknot en de privacy van betrokken werknemers hebben geschaad. Er is dus sprake geweest van een ongelijke behandeling, maar niet van een ongelijke behandeling in gelijke gevallen. De Stichting heeft dan ook niet gehandeld in strijd met haar verplichting zich jegens werkneemster als een goed werkgeefster te gedragen.
Volgt afwijzing vordering werkneemster.