Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen/werknemer

Werknemer (58 jaar) is in 1991 in dienst getreden van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), in de functie van examinator. Vanaf medio 2005 is de arbeidsverhouding tussen partijen verstoord geraakt, aldus CBR. De oorzaak van deze verstoorde arbeidsrelatie zou zijn gelegen in het autoritaire en intimiderende gedrag van werknemer jegens collega’s en examenkandidaten. Ondanks diverse pogingen van het CBR jegens werknemer, is het gedrag van werknemer niet veranderd.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie, zodat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden. Er wordt een neutrale ontbindingsvergoeding toegekend. Enerzijds kan gesteld worden dat werknemer zich wat terughoudender en positiever had kunnen en moeten opstellen tegenover de examenkandidaten, zijn collega’s en de rijschoolhouders, maar anderzijds kan ook gesteld worden dat van CBR verwacht mag worden te kunnen omgaan met wat mondiger en kritische werknemers en met hen een strak verbetertraject afspreekt als zij niet naar tevredenheid functioneren. Het vorenstaande komt erop neer dat beide partijen wel enig verwijt kan worden gemaakt, maar dat de verstoring van de arbeidsrelatie niet in overwegende mate te wijten is aan CBR, zodat aan werknemer geen hogere vergoeding zal worden toegekend dan door CBR aangeboden (C=1).