Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Kleintheater
Rechtbank Rotterdam, 22 april 2010
ECLI:NL:RBDOR:2010:BM2702

werkneemster/Stichting Kleintheater

Tot tweemaal toe aangeboden toereikende ontslagvergoeding, neemt de kennelijke onredelijkheid van het ontslag weg. Afwijzing aanbod komt voor risico en rekeninng werknemer

Werkneemster is van 1 januari 1994 tot en met 1 januari 2009 bij De Stichting Kleintheater in dienst geweest, vanaf het jaar 2000 in de functie van directeur/zakelijk leidster van het theater. In verband met het wegvallen van subsidie door de gemeente, is het theater gesloten. Aan werkneemster is in maart en juni 2008 een vergoeding van € 60.000 aangeboden in verband met beëindiging van het dienstverband. Werkneemster heeft dit aanbod afgewezen. In september 2008 heeft De Stichting met toestemming van het CWI de arbeidsovereenkomst opgezegd. Thans vordert werkneemster schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Bij het aangaan van een dienstbetrekking met een in overwegende mate van subsidie/(gemeenschaps)gelden afhankelijke werkgever kan men weten dat bij het stopzetten van die subsidie het voortbestaan van de functie veelal illusoir is, terwijl 'gouden handdrukken' uit die gemeenschapsgeldenpot zelden te verwachten zijn.

Indien een werkgever dan niettemin in zo’n geval een aanbod doet, is dat te prijzen. Dat dit aanbod wellicht niet inhoudt dat het totale ongerief voor de werknemer wordt weggenomen, maakt de beëindiging van het dienstverband zeker niet automatisch kennelijk onredelijk. Daarom kan worden vastgesteld dat de Stichting met haar twee aanbiedingen voldoende zorgvuldig jegens werkneemster is geweest en dat werkneemster door tweemaal een niet evident onredelijk bedrag te weigeren zelf het risico heeft genomen dat er geen nieuw bod meer zou komen.

Volgt afwijzing vordering werkneemster.