werknemer/Elmar

Werknemer vordert na ontbinding van de arbeidsovereenkomst achterstallig loon wegens onjuiste toepassing van de cao. Elmar (werkgever) verweert met de stelling dat werknemer afstand zou hebben gedaan van toepasselijke loonsverhogingen alsmede dat de ontbindingsvergoeding exclusieve werking heeft.

Het Gemeenschappelijke Hof oordeelt als volgt. Niet is gebleken dat werknemer afstand heeft gedaan van zijn loonsverhogingen. De eerste stelling faalt derhalve. De exclusiviteit van de ontbindingsvergoeding geldt niet ten aanzien van aanspraken van de werknemer die zijn ontstaan tijdens de dienstbetrekking, hun grondslag vinden in de periode vóór de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en geen verband houden met de (wijze van) beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de gevolgen van die beëindiging, zoals de onderhavige aanspraak. De loonsvordering wordt derhalve alsnog toegewezen.