Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Ridderikhoff brandpreventie en safety BV
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 30 maart 2010
ECLI:NL:GHSGR:2010:BM2426

werknemer/Ridderikhoff brandpreventie en safety BV

Passende arbeid en loonvordering

Werknemer is in dienst van de Ridderikhoff in de functie van brandwacht. In 2003 is werknemer uitgevallen wegens arbeidsongeschiktheid. In een langdurig en moeizaam re-integratieproces zijn partijen in een impasse beland. Volgens werknemer kan hij re-integreren in de functie van instructeur. Ridderikhoff betwist dat deze functie passend is en weigert werknemer deze werkzaamheden te laten verrichten. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de loonvordering van werknemer afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Het hof stelt voorop dat wanneer een werknemer die door ziekte tot het verrichten van de bedongen arbeid blijvend ongeschikt is geworden, zich jegens zijn werkgever bereid heeft verklaard andere passende arbeid te verrichten en zijn werkgever hem daartoe zonder deugdelijke gronden niet in staat heeft gesteld, de werknemer vanaf het tijdstip dat voormelde deugdelijke gronden ontbraken, recht heeft op zijn loon dan wel op het voor de door hem aangeboden arbeid passend gedeelte van dit loon (HR 8 november 1985, NJ 1986, 309). In geval van een zodanige bereidverklaring van de werknemer dient de werkgever zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is te onderzoeken of andere passende arbeid voorhanden is en daarover duidelijkheid te verschaffen aan de werknemer. Indien de werkgever daarmee in gebreke blijft, moet, ook als later blijkt dat geen passende arbeid voorhanden is, worden aangenomen dat een deugdelijke grond in deze zin heeft ontbroken zolang de werkgever in gebreke is gebleven ter zake duidelijkheid te verschaffen (HR 17 januari 2003, NJ 2006, 533). Naar het oordeel van het hof is het niet onaannemelijk dat de (onaangepaste) functie van instructeur serieuze fysieke eisen stelt, terwijl niet op voorhand duidelijk is of en zo ja, hoe daar een mouw aan gepast kan worden. Een aantal zaken dient evenwel te worden onderzocht, zodat de zaak wordt aangehouden.