werknemer/Amazing Marketing : Advertising Consultants BV

Op 23 maart 2010 heeft AMAC ontslagvergunning verzocht aan het UWV op bedrijfseconomische gronden. Bij op 12 april 2010 gedateerd verzoekschrift verzoekt werknemer ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met AMAC onder toekenning van een vergoeding van € 47.650. De behandeling van het verzoek is vastgesteld op 26 april 2010 om 13.45 uur. In de ochtend van 26 april 2010 heeft AMAC de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst opgezegd na daartoe toestemming van het UWV te hebben verkregen, waarna werknemer het verzoek heeft ingetrokken. Ter zitting, waar werknemer niet is verschenen, heeft AMAC verzocht hem in de proceskosten te veroordelen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor het antwoord op de vraag of aanleiding bestaat voor een dergelijke beslissing is cruciaal of het verzoek – los van de intrekking – toewijsbaar zou zijn geweest. In dat kader staat voorop dat een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te allen tijde kan worden ingediend en dat de rechter dan heeft te beoordelen of sprake is van omstandigheden die kunnen leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. In dit geval blijkt uit het verzoekschrift dat werknemer zich op het standpunt stelt dat AMAC hem op oneigenlijke gronden wil ontslaan en zich jegens hem als niet goed werkgever gedraagt op grond van een aantal door hem geconcretiseerde argumenten. Werknemer heeft aangevoerd in de UWV-procedure verweer te voeren. Dit staat in principe haaks op het verzoek zelf, behoudens voor zover hij als argument aanvoert dat hem in het kader van het einde van de arbeidsovereenkomst een redelijke vergoeding toekomt. Dit laatste kan evenwel niet worden aangemerkt als een verandering van omstandigheden in de zin van artikel 7:685 BW. Onder deze omstandigheden zou het verzoek, ware het niet ingetrokken, niet voor inwilliging in aanmerking komen. Daarom zal werknemer in de proceskosten worden veroordeeld.