werkgever/Stichting Vrijwillig Uittreden Schoonmaak- en Glazenwassersbranche en Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

De CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf inzake vrijwillig vervroegd uittreden en de CAO in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf inzake arbeidsverhoudingen schoonmaak- en glazenwassersbranche (verder samen aan te duiden als de cao's) verstaan onder schoonmaak- respectievelijk glazenwassersbedrijf iedere onderneming die haar hoofd- of nevenberoep maakt van het periodiek dan wel telkens voor eenmaal schoonmaken, respectievelijk glazenwassen in, op of aan gebouwen, terreinen en verkeersmiddelen, alsmede het verrichten van daarmee verwante werkzaamheden, een en ander in de ruimste zin van het woord, uitgevoerd als neventaak binnen dan wel bij schoonmaak- respectievelijk glazenwasseractiviteiten. De centrale vraag is of werkgever - die zich bezighoudt met sloop- en ontruimingswerkzaamheden van/in woningen waaruit de bewoners om wat voor reden dan ook zijn vertrokken - valt onder het toepassingsbereik van deze cao. De kantonrechter heeft deze vraag positief beantwoord.

Het hof oordeelt als volgt. Veel van dergelijke opruimwerkzaamheden gaan noodzakelijkerwijs aan schoonmaakwerkzaamheden met stofzuiger en sop vooraf en moeten – naar het oordeel van het hof – ofwel als grove schoonmaakwerkzaamheden dan wel als aan schoonmaakwerkzaamheden verwante werkzaamheden worden bestempeld en vallen derhalve onder de werkingssfeer van de cao's.

Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.