Naar boven ↑

Rechtspraak

Sanna Maria Parviainen/Finnair Oyj
Hof van Justitie van de Europese Unie, 1 juli 2010

Sanna Maria Parviainen/Finnair Oyj

Werkneemster heeft geen recht op behoud van alle functiegerelateerde toeslagen indien zij wegens zwangerschap tijdelijk andere werkzaamheden verricht

Parviainen (werkneemster) werkt sinds 8 april 1998 als stewardess bij Finnair Oyj, laatstelijk als hoofd cabinepersoneel. In 2007 wordt werkneemster zwanger. Vanwege haar zwangerschap werd werkneemster van 30 april 2007 tot en met de aanvang van het zwangerschapsverlof grondwerkzaamheden aangeboden. Als gevolg van haar tijdelijke overplaatsing naar grondwerkzaamheden is de totale maandelijkse bezoldiging van werkneemster, met inbegrip van de toelagen die zij ontving als hoofd van het cabinepersoneel en wegens de ongemakken en de arbeidsomstandigheden van cabinepersoneel, verminderd met € 834,56, ongeveer 33% in vergelijking met haar gemiddeld salaris in 2006. Werkneemster stelt dat Finnair Oyi niet het recht had werkneemsters salaris wegens haar overplaatsing naar grondwerkzaamheden te verminderen. Haar handelwijze was discriminerend en in strijd met richtlijn 92/85 en de Finse wet betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. De verwijzende rechter stelt de volgende vraag aan het Hof van Justitie: 'Moet artikel 11 punt 1 van richtlijn 92/85 aldus worden uitgelegd dat aan een werkneemster aan wie wegens haar zwangerschap andere, minder betaalde werkzaamheden zijn toegewezen, volgens de richtlijn een bezoldiging moet worden betaald die even hoog is als de bezoldiging die zij vóór die overplaatsing gemiddeld ontving, en is het in dit verband van belang welke toelagen de werkneemster naast haar maandelijkse bezoldiging ontving en op grond waarvan die toelagen werden betaald?'

Het Hof oordeelt als volgt. Op de gestelde vraag moet worden geantwoord dat artikel 11, punt 1, van richtlijn 92/85 aldus moet worden uitgelegd dat een zwangere werkneemster die overeenkomstig artikel 5, lid 2, van deze richtlijn wegens haar zwangerschap tijdelijk is overgeplaatst naar een arbeidsplaats waar zij andere werkzaamheden verricht dan voor die overplaatsing, geen recht heeft op de gemiddelde bezoldiging die zij vóór de overplaatsing ontving. Behalve op het behoud van haar basissalaris heeft een dergelijke werkneemster krachtens artikel 11, punt 1, recht op de bestanddelen van de bezoldiging en op de toelagen op grond van haar beroepsstatuut, zoals de toelagen in verband met haar leidinggevende functie, haar anciënniteit en haar beroepskwalificaties. Hoewel artikel 11, punt 1, van richtlijn 92/85 zich niet verzet tegen het gebruik van een methode voor de berekening van de aan een dergelijke werkneemster te betalen bezoldiging die is gebaseerd op de gemiddelde waarde van de toelagen die verband houden met de arbeidsvoorwaarden van al het cabinepersoneel dat gedurende een bepaalde referentieperiode in dezelfde salarisschaal is ingedeeld, moet de niet-inachtneming van deze bestanddelen van de bezoldiging of deze toelagen worden geacht met die bepaling in strijd te zijn.