Naar boven ↑

Rechtspraak

Francesca Sorge/Poste Italiane SpA
Hof van Justitie van de Europese Unie, 24 juni 2010
ECLI:EU:C:2010:369

Francesca Sorge/Poste Italiane SpA

Clausule 8 Raamovereenkomst bepaalde tijd heeft geen directe werking. Non-regressiebeginsel verbiedt niet elke verlaging, maar de algehele verlaging van bescherming. Richtlijnconforme uitleg

Sorge had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met Poste Italiane. In de arbeidsovereenkomst stond niet opgenomen welke werknemers zij tijdelijk verving noch de redenen waarom deze werknemers niet aanwezig waren. Volgens de nationale wettelijke regeling van vóór de omzetting van richtlijn 1999/70 (Raamovereenkomst bepaalde tijd) hadden deze vermeldingen in een dergelijke arbeidsovereenkomst moeten worden opgenomen. In het kader van wetsbesluit 368/2001, dat ratione temporis van toepassing was op de betrokken overeenkomst en de omzetting van de richtlijn bewerkstelligde, bestaat die verplichting daarentegen niet meer. De centrale vraag in het onderhavige geschil is hoe de wijziging van het nationale recht zich verhoudt tot het begrip 'verlaging van het algemene niveau van bescherming van de werknemers op het door deze overeenkomst bestreken gebied', in clausule 8, punt 3, van de raamovereenkomst. De verwijzende rechter vraagt het Hof tevens om te verduidelijken wat de gevolgen voor het hoofdgeding zijn van een eventuele onverenigbaarheid van de nationale regeling met de raamovereenkomst.

Het Hof oordeelt als volgt. Clausule 8, punt 3, van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die als bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd is gevoegd, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling als in het hoofdgeding aan de orde, die de verplichting voor de werkgever heeft afgeschaft om in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd ter vervanging van afwezige werknemers de naam van die werknemers en de redenen voor hun vervanging te vermelden, en enkel bepaalt dat dergelijke overeenkomsten voor bepaalde tijd in schriftelijke vorm moeten worden aangegaan en de redenen moeten vermelden waarom op dergelijke overeenkomsten een beroep wordt gedaan, voor zover die nieuwe voorwaarden worden gecompenseerd door de vaststelling van andere waarborgen of beschermingsmaatregelen of slechts betrekking hebben op een kleine categorie van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan. Aangezien clausule 8, punt 3, van deze raamovereenkomst geen rechtstreekse werking heeft, staat het aan de verwijzende rechter, indien hij tot de conclusie zou komen dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde nationale wettelijke regeling onverenigbaar is met het recht van de Unie, ze niet buiten toepassing te laten, maar er zoveel mogelijk een uitlegging aan te geven die in overeenstemming is met richtlijn 1999/70 en met het doel van de raamovereenkomst.