Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Wijkbeheer Schilderswijk
Rechtbank Den Haag, 24 juni 2010

werknemer/Stichting Wijkbeheer Schilderswijk

Ontslag na einde ID-subsidie is niet kennelijk onredelijk. In redelijkheid kan van een werkgever niet worden gevergd dat hij de gevolgen van het wegvallen van een subsidie zelf draagt, ook al is hij daartoe financieel in staat

Werknemer (60 jaar) is op 1 maart 2001 in dienst getreden van WBS. WBS is een organisatie die als primair doel heeft langdurig werklozen werkgelegenheid te bieden en te begeleiden naar een zelfstandige positie op de arbeidsmarkt. Zij maakt daarbij gebruik van subsidieregelingen, meer in het bijzonder de ID-subsidie. De gemeente Den Haag heeft per 1 januari 2009 de subsidieregeling gestaakt. WBS heeft vervolgens met toestemming van het UWV WERKbedrijf de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd. Werknemer stelt zich op het standpunt dat de opzegging nietig is wegens handelen in strijd met de wederindiensttredingsvoorwaarde. Daarnaast stelt werknemer dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt, is de wederindiensttredingsvoorwaarde niet geschonden. De na het ontslag in dienst getreden werknemers, blijken het gevolg van een overgang van onderneming te zijn geweest, zodat niet gesproken kan worden van een vrijgevallen functie. Met betrekking tot het kennelijk onredelijk ontslag stelt werknemer onder meer dat WBS er financieel heel goed voor stond. Het wegvallen van de subsidie had WBS derhalve zelf kunnen opvangen. De kantonrechter oordeelt echter dat in redelijkheid - ongeacht de financiƫle situatie van WBS - niet van WBS kan worden gevergd werknemer in dienst te houden, omdat daarmee de gehele werkwijze en doelstelling van de onderneming zou veranderen. Voorts is geen sprake van onevenredigheid in de gevolgen van het ontslag.

Volgt afwijzing vordering werknemer.