Rechtspraak
erven van werknemer/Allianz
Werknemer heeft in de periode 1953 tot 1960 gewerkt als timmerman voor Verolme. In december 2007 is bij werknemer de diagnose mesothelioom gesteld. In februari 2008 heeft werknemer Verolme aansprakelijk gehouden voor de schade. In december 2008 is werknemer overleden. De weduwe van werknemer vordert thans van de verzekeraar van Verolme schadevergoeding. Verolme (althans Allianz) voert als verweer dat de vordering is verjaard en dat niet is komen vast te staan dat werknemer de schade in de uitoefening bij Verolme heeft opgelopen.
De rechtbank oordeelt als volgt. Hoewel uit de door weduwe overgelegde stukken van de Gezondheidsraad niet direct kan worden afgeleid dat werknemer tijdens zijn dienstverband bij Verolme is blootgesteld aan asbest, vormen de daarin opgenomen gegevens, met name de historische risicomatrix voor asbestblootstelling, wel een belangrijke aanwijzing dat de mate van asbestblootstelling in de scheepsbouw, waartoe de onderneming van Verolme behoorde, in de periode 1946-1965 hoog (B3) was en dat in het algemeen scheepstimmerlieden aan asbest blootgesteld zijn geweest. Dit gegeven, dat op zichzelf niet door Allianz is betwist, levert op zijn minst genomen een vermoeden op dat ook de in die periode bij Verolme werkzame scheepstimmerlieden aan asbest(stof) blootgesteld zijn geweest. Anders dan Verolme stelt, rustte op haar in de genoemde periode een zorgplicht ter voorkoming van ziekten zoals asbestose. Indien zij adequate maatregelen had getroffen voor deze ziekte, dan had zij ook bescherming geboden tegen andere gevaren van asbest (HR 25 juni 1993, NJ 1993, 686). Omdat Verolme destijds voor geen beschermingsmateriaal heeft gezorgd, heeft zij haar zorgplicht geschonden. Ten slotte beoordeelt de rechtbank of het beroep van Verolme op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Aan de hand van Van Hese/De Schelde (Hoge Raad 28 april 2000, NJ 2000, 430) komt de rechtbank tot de conclusie dat de vordering niet is verjaard. Het feit dat Verolme niet goed in staat is tegenbewijs te leveren, is onvoldoende om de verjaringstermijn niet te doorbreken.