Kwik-Fit Nederland BV/werknemer

Werknemer is in 1986 in dienst getreden van Kwik-Fit. Naar aanleiding van de constatering van een aantal verdachte transacties heeft Kwik-Fit Hoffmann Bedrijfsrecherche de opdracht gegeven een onderzoek te laten verrichten. In dat verband zijn van 24 december 2008 tot 10 januari 2009 onder meer opnames gemaakt met onopvallend geplaatste videocamera's. Op 28 januari 2009 is werknemer op staande voet ontslagen, wegens het stelselmatig leveren van diensten zonder de opbrengst van deze diensten aan Kwik-Fit af te dragen. Werknemer heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen en in kort geding een loonvordering gestart. Deze loonvordering is toegewezen. Tegen dit oordeel keert Kwik-Fit zich in hoger beroep. Nadien heeft werknemer zich op de schadeplichtigheid en kennelijke onredelijkheid van het ontslag beroepen (de switch). Volgens werknemer heeft Kwik-Fit geen belang meer bij het appel.

Het hof oordeelt als volgt. Omdat niet is gebleken dat werknemer onherroepelijk afstand heeft gedaan van de tenuitvoerlegging van het kortgedingvonnis, alsmede het feit dat Kwik-Fit in kort geding is veroordeeld in de proceskosten, kan niet worden geoordeeld dat Kwik-Fit thans geen belang meer heeft bij hoger beroep. Omdat inmiddels in de bodemprocedure de kantonrechter heeft geoordeeld dat sprake is van een terecht verleend ontslag op staande voet, dient de kortgedingrechter zich naar dit oordeel te schikken. De vorderingen van werknemer dienen derhalve alsnog te worden afgewezen.