werkneemster/de stichting Fundashon pa Kuido di Personanan Desabilita (FKPD)

Werkneemster is sinds 2001 in dienst van FKPD. Werkneemster diende zorg c.q. begeleiding te verlenen aan vier verstandelijk gehandicapte klanten van FKPD, waaronder cliënt R.A. van 43 jaar. Op 29 december 2009 is door een andere zuster melding gemaakt van een gezwollen en open lip van R.A. Volgens R.A. is hij door werkneemster geslagen. Na uitvoerig onderzoek is werkneemster op 22 april 2010 op staande voet ontslagen. Thans vordert werkneemster wedertewerkstelling en loon. Volgens werkneemster is er geen sprake van een dringende reden en is het ontslag niet onverwijld verleend.

Het Gerecht oordeelt als volgt. Op FKPD rust de bewijslast inzake het bestaan van de dringende reden. In casu is enkel de verklaring van een verstandelijk gehandicapte cliënt tevens vermeend slachtoffer dat direct bewijs oplevert, terwijl alle overige bewijzen enkel indirect zijn. Zo hebben collega's van werkneemster enkel gezien dat de man een opgezwollen lip had. Daarmee staat niet vast dat werkneemster de man zou hebben geslagen. Nu de dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt, behoeft het Gerecht niet verder in te gaan op de vraag of het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven.

Volgt toewijzing vordering werkneemster.