Rechtspraak
werknemer/F+W Nederland BVRechtbank Midden-Nederland, 16 juli 2010
werknemer/F+W Nederland BV
Werknemer is op 19 april 2005 in dienst getreden van F+W, in de functie van Buitendienst Medewerker. F+W houdt zich bezig met de vermarkting van elektronische sluitsystemen. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing dat werknemer gedurende een jaar verbiedt in dienst te treden bij concurrenten van F+W. Werknemer is thans Product Manager. Hij wil in dienst treden bij Aces in de functie van Technisch Adviseur bij Elektronisch Sluiten. Werknemer vordert thans gehele of gedeeltelijke vernietiging/schorsing van het concurrentiebeding, alvorens in dienst te treden bij Aces. Volgens werknemer is het beding vervallen wegens een ingrijpende functiewijziging waardoor het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Voorts brengt een belangenafweging met zich dat het beding moet worden gematigd.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De functiewijziging was voorzienbaar, zodat niet geoordeeld kan worden dat sprake is van een ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding. Voorts heeft werknemer in het geheel niet onderbouwd waarom en in hoeverre het beding daardoor aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Het beding is derhalve nog steeds geldig. Voorts acht de kantonrechter geen termen aanwezig om het beding geheel of gedeeltelijk te schorsen. F+W heeft belang bij bescherming van haar bedrijfsdebiet. Werknemer beschikt over specifieke kennis, die voor Aces een concurrentievoordeel kan opleveren bij indiensttreding. Werknemer heeft voorts onvoldoende gesteld waaruit de zogenoemde positieverbetering bij Aces bestaat. Ook het voorschot op een billijke vergoeding is onvoldoende onderbouwd.
De vorderingen zullen derhalve worden afgewezen.