Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Siemens Industrial Turbomachinery
Rechtbank Overijssel, 23 februari 2010
ECLI:NL:RBALM:2010:BN2919

werkneemster/Siemens Industrial Turbomachinery

Ontslag arbeidsongeschikte werknemer na vijf jaar passende arbeid niet kennelijk onredelijk. Geen nieuw bedongen arbeid. Geen causaal verband RSI en computerwerkzaamheden

Werkneemster (47 jaar) is in 1981 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Siemens, in de functie van 'personnel administrator assistent' voor de duur van 28 uur per week. Op 3 februari 2000 is werkneemster uitgevallen wegens RSI-klachten, gelegen in computerwerkzaamheden. Nadien heeft zij de functie voor maximaal 20 uur per week hervat. Daarnaast ontving zij aanvullend de WAO-uitkering. Op 2 april 2007 is werkneemster opnieuw uitgevallen. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van de CWI opzegd tegen 1 februari 2009. Siemens heeft werkneemster erop gewezen dat zij niet meer gehouden was het loon ex artikel 7:629 BW te betalen vanaf 2 april 2007. De werkneemster vordert thans een schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Volgens haar is een opzegging na een 27-jarig dienstverband zonder vergoeding kennelijk onredelijk. Daarnaast zou de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid zijn gelegen in de werkzaamheden en heeft Siemens onvoldoende aan haar re-integratieverplichtingen gedaan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster heeft op geen enkele wijze onderbouwd, bijvoorbeeld door middel van medische stukken, dat er een causaal verband bestaat tussen het verrichten van haar werkzaamheden en haar RSI-klachten/beperkingen. Weliswaar is het een feit van algemene bekendheid dat computerwerk en RSI zich moeilijk laten combineren, maar met betrekking tot de oorzaak bestaat minder eenstemmigheid. Het had op de weg van werkneemster gelegen ter zake voldoende te stellen en, zo nodig, te bewijzen. Hoezeer de re-integratieverplichting op Siemens rust, van eiser mocht verwacht worden dat zij, indien Siemens in de nakoming van die verplichting te kort schiet, actie had ondernomen teneinde nakoming af te dwingen. Een dergelijke verplichting vloeit niet alleen voort uit het algemeen verbintenissenrecht maar in het bijzonder ook uit artikel 7:660a BW en de daarop gegeven toelichting en de Beleidsregels beoordelingskader Poortwachter. Eiser kon niet tijdens het dienstverband ‘rustig afwachten’ om dan na einde dienstverband te ‘incasseren’. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden in onderlinge samenhang bezien en indachtig het gegeven dat Siemens het loon tot einde dienstverband, dus langer dan de wettelijke loondoorbetalingsverplichting, onder aftrek van de gedeeltelijke WAO-uitkering geheel heeft doorbetaald, is de kantonrechter van oordeel dat er geen sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag.

Volgt afwijzing vordering werkneemster.