Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Tiac Hotel
Rechtbank Amsterdam, 20 juli 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3074

werknemer/Tiac Hotel

Ontbreken van een reëel aanbod tot het verrichten van passende arbeid na twee jaar arbeidsongeschiktheid leidt tot afwijzing loonvordering

X, geboren in 1963, is sedert 1 november 1991 in dienst van TIAC Hotel in de functie van ontbijtmedewerker. Haar laatstelijk verdiende bruto maandsalaris bedraagt € 1.352,88. TIAC Hotel is een Hotel met 70 kamers en 12 werknemers (10,8 fte). Op 6 december 2006 heeft X zich ziek gemeld. Sindsdien heeft zij niet meer (volledig) gewerkt. Bij beslissing van 10 december 2008 heeft het UWV de door X in september 2008 aangevraagde WIA-uitkering geweigerd, omdat uit het oordeel van de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige was gebleken dat X meer dan 65% kon verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Voorts is in de beslissing opgenomen dat X het eigen werk bij haar eigen werkgever niet meer kan hervatten. Op 29 april 2009 is X – die passende arbeid verrichtte – wegens verminderde belastbaarheid van de rug volledig uitgevallen. De bedrijfsarts adviseerde op 29 april 2009 een opbouwschema leidend tot een volledige werkhervatting per 8 juni 2009. X heeft een ‘second opinion’ aangevraagd bij het UWV. Het oordeel van de bedrijfarts is daarop niet in stand gebleven. Op 26 oktober 2009 heeft een arbeidsdeskundige voorts geoordeeld dat X is volledig arbeidsongeschikt voor het eigen werk en dat er de komende 26 weken geen passend werk voor haar is beschikbaar is bij TIAC Hotel. X vordert doorbetaling van haar salaris vanaf 8 juni 2009 en legt aan haar vordering ten grondslag dat zij zich altijd beschikbaar heeft gehouden tot het verrichten van (passende) werkzaamheden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. X is inmiddels meer dan 2 jaar ziek. De loondoorbetalingsverplichting en de re-integratieverplichtingen zijn voor TIAC Hotel geëindigd, tenzij TIAC Hotel een loonsanctie is opgelegd dan wel X zich meldt voor de bedongen arbeid, dan wel voor aangepaste/passende arbeid en TIAC Hotel die arbeid ten onrechte niet aanbiedt. In het laatste geval dient TIAC Hotel het loon te betalen dat past bij die passende arbeid. X heeft zich diverse malen beschikbaar gehouden voor het verrichten van werkzaamheden. Anders dan X stelt is het enkele zich beschikbaar houden voor het verrichten van werkzaamheden niet voldoende om aanspraak te kunnen maken op het doorbetalen van loon. Er dient sprake te zijn van een reëel aanbod. X stelt niet dat zij in staat was de bedongen werkzaamheden te verrichten. Dat zij dat kon, volgt ook niet uit de feiten. Het oordeel van de bedrijfsarts op 29 april 2009 dat werkhervatting per 8 juni 2009 mogelijk is, is door X bestreden. Zij heeft immers een ‘second opinion’ bij het UWV aangevraagd. Het oordeel van de bedrijfsarts is vervolgens niet in stand gebleven. Het UWV heeft geoordeeld dat X haar eigen werk op 8 juni 2009 niet kon verrichten; op 23 december 2009 heeft de arbeidsdeskundige geoordeeld dat het niet mogelijk wordt geacht dat X binnen 26 weken de bedongen arbeid zal kunnen hervatten. Enig ander oordeel waaruit de conclusie volgt dat X wel in staat was haar eigen werk in enige periode na 8 juni 2009 te doen, is er niet. De conclusie is dan ook dat het zich beschikbaar houden door X voor het eigen werk geen reëel aanbod was en is, op welk aanbod TIAC Hotel niet hoefde in te gaan. Niet is voorts komen vast te staan dat X heeft aangeboden andere passende werkzaamheden te verrichten en heeft aangegeven welke werkzaamheden zij naar haar oordeel nog zou kunnen verrichten. TIAC Hotel had dat natuurlijk aan X kunnen, dan wel moeten vragen. Nu echter uit het arbeidsdeskundige onderzoek van juli 2009 blijkt dat de werkzaamheden de X wel kan verrichten, geen werkzaamheden zijn die TIAC Hotel kan bieden, hetgeen wordt bevestigd door het onderzoek van oktober 2009, rustte op TIAC Hotel geen verplichting aangepast werk aan te bieden. De ingevolge artikel 7:658a BW op TIAC Hotel rustende wettelijke verplichting om te onderzoeken of X bij een andere werkgever geplaatst kan worden, eindigt na twee ziektejaren en kan niet leiden tot een loondoorbetalingsverplichting voor TIAC Hotel. De vorderingen van X komen dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.