werknemer/werkgever

Werknemer (44 jaar) is sinds 1987 in dienst van (de rechtsvoorganger van) werkgever, een supermarkt. Hij is in de laagste functie gestart en heeft zich uiteindelijk opgewerkt tot manager. Hij heeft geen diploma’s. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van het UWV WERKbedrijf wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd per 13 juni 2009. Aan werknemer is een outplacementtraject en een suppletie tot 100% van het laatstverdiende salaris toegekend gedurende een jaar na het ontslag. Werknemer vordert thans schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Als bij de opzegging moet worden verwacht dat de werknemer, bijvoorbeeld vanwege eenzijdige werkervaring en gebrek aan scholing, langer dan gemiddeld werkloos zal zijn, en de werkgever daarvoor geen compensatie biedt, zou die opzegging daarom kennelijk onredelijk geacht kunnen worden. Ook verminderde employability van de werknemer kan onder omstandigheden de werkgever worden toegerekend omdat van hem mag worden verwacht dat hij oog heeft voor de ontwikkeling van zijn werknemer. De kantonrechter overweegt dat in dit geval werkgever evenwel voor factoren als hier bedoeld een voorziening heeft getroffen door de suppletie gedurende een jaar en door outplacementbegeleiding, waarmee toch is beoogd om de mogelijkheden van werknemer op de arbeidsmarkt te vergroten. De kantonrechter acht geen omstandigheden in deze zaak aanwezig die zouden moeten leiden tot het oordeel dat die getroffen voorziening onvoldoende is. Evenmin is sprake van een voorgewende of valse redenen.

Volgt afwijzing vordering werknemer.