Rechtspraak
OR-leden/Sitel BV
Sitel is een telemarketingbedrijf met vestigingen in Almelo en Eindhoven. Beide vestigingen kennen een ondernemingsraad (OR). De OR beschikt niet over een vast financieel budget voor opleidingen. Rond maart 2010 heeft tussen de OR en de directie en de bestuurder mondeling en schriftelijk gedachtewisseling plaatsgevonden over het gestalte geven aan het cursusrecht in het jaar 2010. Zonder toestemming zijn de voorzitters van de verschillende OR'en namens Sitel een scholingsovereenkomst met FNV Formaat overeengekomen ad € 70.000. Sitel heeft de OR-leden vanwege het beweerdelijk foutief handelen geschorst en tijdelijk ontheven van hun werkzaamheden. Na overleg is de schorsing beëindigd en is aan de OR-leden aangekondigd dat zij hiermee 'een laatste waarschuwing' hebben gekregen. De volgende fout zou volgens Sitel resulteren in een ontslag op staande voet. Ten slotte is een officiële aantekening in het dossier van de OR-leden opgenomen. De OR-leden vorderen onder meer verwijdering van de waarschuwingen uit hun personeelsdossiers en verbod op toekomstige disciplinaire maatregelen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Jegens OR-leden kunnen geen rechtspositionele maatregelen worden getroffen voor zover de desbetreffende leden hun bevoegdheden krachtens de WOR uitoefenen. Sitels maatregelen houden naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter geen rechtstreeks verband met OR-taken van OR-leden. Wel met de bevoegdheid om namens het bedrijf overeenkomsten te sluiten. In dit geval was er geen budget en daarmee ook (nog) niet de bevoegdheid van de OR om met FNV Formaat te contracteren. De leden van de OR zijn formeel hun boekje te buiten gegaan door op of rond 2 maart 2010 hun handtekening te plaatsen onder het contract met FNV Formaat. Zij konden bij gebreke van tekenings- en beslissingsbevoegdheid Sitel niet binden jegens FNV Formaat. Het OR-lidmaatschap is geen vrijbrief om in strijd met goed werknemerschap te handelen als het gaat om iets wat niet direct met OR-bevoegdheden te maken heeft. Het staat een werkgeefster vrij om in geval van kennelijke onwetendheid van OR-leden aan te geven waar de grenzen liggen. Het kan een werkgeefster in de gegeven omstandigheden niet worden verboden om waarschuwingsbrieven te schrijven en die in een persoonsdossier op te bergen. Angst voor het zwaard van Damocles en vrees dat de taak als OR-lid niet goed meer kan worden uitgevoerd, behoeven er niet te zijn. Zolang de OR-leden zich als OR-leden aan de spelregels van de WOR houden, zal een onwelvoeglijk woord of een onhandige handeling niet tot een in rechte gesanctioneerde rechtspositionele maatregel leiden.
Volgt afwijzing vordering OR-leden.