Berk/werknemer en Advice 4All BV c.s.

Werknemer is op 1 januari 2004 bij Berk in dienst getreden als registeraccountant. Op 16 november 2004 zijn partijen een aanvullend concurrentiebeding overeengekomen. In maart 2006 heeft Berk de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd. Werknemer is vervolgens via Advice 4All werkzaamheden gaan verrichten ten behoeve van de maatschap Avydo. Berk vordert thans een verklaring voor recht dat werknemer het relatiebeding heeft overtreden alsmede de daaraan verbonden contractuele boetes.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In casu is geen sprake van een concurrentiebeding maar van een relatiebeding. De werkingssfeer van dat beding is daarmee beperkter dan die van een concurrentiebeding als genoemd in artikel 7:653 BW. De kantonrechter vindt dan ook dat de omstandigheden wel zeer zwaar moeten wegen, willen die tot gehele of partiële vernietiging leiden. Het feit dat werknemer maar kort bij Berk in dienst is geweest is onvoldoende om tot (partiële) vernietiging over te gaan. Aan de norm van artikel 7:653 lid 2 BW komt de kantonrechter in het geheel niet toe. Voorts is gebleken dat werknemer het relatiebeding heeft overtreden door klanten van Berk te bedienen. Berk heeft in beginsel recht op de bedongen boetes. Op grond van artikel 6:94 BW acht de kantonrechter evenwel termen aanwezig de boete te matigen tot 50%. Van belang is onder meer het feit dat een van de relaties niet actief door werknemer is benaderd en voorts dat werknemer het relatiebeding heeft getekend in de verwachting bij Berk partner te worden.

Anders dan Berk stelt, acht de kantonrechter geen sprake van onrechtmatige concurrentie door Avydo c.s., zodat de vorderingen tegen hen moeten worden afgewezen.