Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/I-Control BV
Hoge Raad, 3 september 2010
ECLI:NL:HR:2010:BM6079

werknemer/I-Control BV

Uitleg ziektebegrip ex artikel 7:629 BW. Ongeschiktheid voor de functie wegens het ontbreken van capaciteiten leidt niet tot ziekte

Werknemer is op 22 november 2004 bij I-Control in dienst getreden als applicatiebeheerder/internetprogrammeur. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van zes maanden en geƫindigd op 22 mei 2005. Werknemer meldt zich - na een eerdere uitval - op 22 december 2004 ziek. De bedrijfsarts oordeelt op 14 januari 2005 dat geen sprake is van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. De verzekeringsarts stelt vast werknemer wat betreft "krachten en bekwaamheden" niet geschikt te achten voor zijn eigen functie. Werknemer heeft vervolgens loon gevorderd. I-Control heeft geweigerd loon te betalen en heeft werknemer opgeroepen om passende werkzaamheden te verrichten, hetgeen werknemer heeft geweigerd. Zowel de kantonrechter als het hof hebben de loonvordering van werknemer afgewezen, omdat geen sprake is van 'ziekte' in de zin van artikel 7:629 BW, maar van ongeschiktheid voor de functie wegens gebrek aan capaciteiten. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in cassatie.

De A-G (Timmerman) concludeert als volgt. Anders dan onderdeel 1.2 aanvoert, heeft het hof de maatstaf van artikel 7:629 BW niet versmald. Artikel 7:629 BW vereist dat de ongeschiktheid om de bedongen arbeid te verrichten wordt verhinderd door ziekte. Onder ziekte in de zin van artikel 7:629 BW kan ook de situationele of situatieve arbeidsongeschiktheid vallen. Hieronder worden verstaan de lichamelijke of geestelijke stoornissen van de werknemer die optreden ten gevolge van omstandigheden in de werksfeer. Het element situatief betreft alle bijzondere omstandigheden waaronder de arbeid moet worden verricht, die beletten dat de werknemer zijn werk kan doen, hoewel hij op zichzelf de taken die tot zijn functie behoren zou aankunnen. De beperkingen om de functie te verrichten dienen van medische aard te zijn, zo blijkt uit HR 27 juni 2008, LJN BC7669, JAR 2008/188. Het hof heeft geoordeeld dat uit het deskundigenoordeel van het UWV volgt dat werknemer niet ziek is in de zin van artikel 7:629 BW, maar niet de capaciteiten had voor de functie waarvoor hij in dienst was genomen. In dat geval is er geen sprake van situatieve arbeidsongeschiktheid.

De Hoge Raad oordeelt als volgt. De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 Wet RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.