Naar boven ↑

Rechtspraak

Ondernemingsraad Sociale Dienst Drechtsteden/Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Rechtbank Rotterdam, 27 augustus 2010
ECLI:NL:RBDOR:2010:BN5940

Ondernemingsraad Sociale Dienst Drechtsteden/Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden

Invoering maandelijkse coachingsgesprekken geen instemmingsplichtig voorgenomen besluit op het terrein van personeelsbeoordeling

In casu betreft het een procedure tussen ondernemingsraad en Sociale Dienst. Het gaat om de vraag of bij het voeren van zogenoemde coachings- of maandgesprekken sprake is van een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van de personeelsbeoordeling, waartoe de Sociale Dienst op de voet van artikel 27 lid 1 sub g WOR de instemming van de ondernemingsraad zou behoeven. De ondernemingraad vordert schorsing van het volgens hem genomen besluit. De kern van het geschil tussen partijen is in feite de vraag of bij de maandgesprekken sprake is van een personeelsbeoordeling c.q. of het resultaat van de maandgesprekken wordt betrokken in een personeelsbeoordeling (standpunt van de ondernemingsraad) of dat sprake is van coaching/begeleiding (standpunt van de Sociale Dienst).

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vooropgesteld wordt dat goed werkgeverschap met zich brengt dat een werkgever een werknemer de kans biedt om zijn functie - mede in het belang van de onderneming - optimaal uit te oefenen en dat een werkgever zonodig middelen als bijvoorbeeld begeleiding, coaching en cursussen, dient aan te reiken; dat is dus iets anders dan een personeelsbeoordeling. De Sociale Dienst heeft als achtergrond van de maandgesprekken aangevoerd dat medewerkers daarin door senior medewerkers, die beter dan leidinggevenden bekend zijn met de dagelijkse gang van zaken op de werkvloer, worden begeleid en gecoacht bij het maken van keuzes, het stellen van prioriteiten en het bepalen van de aanpak bij hun werkzaamheden en dat dit noodzakelijk was omdat het in verband met de economische crisis steeds moeizamer werd om de economische doelstellingen van de onderneming te realiseren. De ondernemingraad is op zichzelf ook niet tegen een dergelijke coaching. De stelling van de ondernemingsraad dat de maandgesprekken niet (zuiver) kunnen worden aangemerkt als coaching en dat de maandgesprekken voortgangselementen (resultaten) bevatten en derhalve deel uitmaken van de beoordelingscyclus van medewerkers, is onvoldoende aannemelijk geworden. De vordering wordt daarom afgewezen.

  • Wetsartikelen: 27 WOR
  • Onderwerpen: Instemmingsrecht (27 WOR)
  • Trefwoorden: medezeggenschap, instemmingsrecht, personeelsbeoordeling en maandgesprekken